De afscheidstournee van Frans Timmermans (en de PvdA)
Frenske's Finale, in blessuretijd van de sociaaldemocratie
Frans Timmermans is langzaam afscheid aan het nemen. De partijleider van de PvdA, die geen premier werd maar wel een ondoordacht gefuseerde partij moet leiden, lijkt zich sinds hij zich een maagband liet aanmeten bewust van zijn eigen sterfelijkheid, en heeft hij behalve dat overtollige gewicht ook zijn politieke motivatie van zich afgeschud. Of zo lijkt het toch, tenminste.
Die maagband en dat morbide overgewicht lijken ‘m echt een tik te hebben gegeven. Of toch tenminste een besef dat de tijd begint te dringen. Er resten hem nog wat gezonde jaren met zijn (klein)kinderen en zeker daar hij thans weer in zijn eigen Limburg woont, wat houdt hem nog in Den Haag nu het premierschap hem niet werd gegund door de kiezer?
Bovendien: weinig is toch zo demotiverend tegenwoordig als linkse retoriek? We moeten dit, we moeten dat, we moeten zus, we moeten zo, en we mogen vooral heel veel niet meer, straks niet meer of helemaal nooit meer. We moeten divers en inclusief, we mogen niet klagen over islamisering en migratie. We moeten warmtepompen en elektrische auto’s, we mogen geen diesel en houtstook. We moeten meegaan in klimaatpaniek en knikken voor transgender-retoriek, maar mogen zelf vooral niet op de ‘verkeerde’ opvattingen stemmen.
Het heeft links niet alleen onhebbelijk gemaakt, ze hebben ook zichzelf een verlammend fatalisme aangepraat. Zoals cultuurfilosoof Sebastien Valkenburg het in De T. samenvat: “Als ze niet bezig zijn onze levensstijl te diskwalificeren, flirten ze met de ondergang. Stemmen gaat het uitsterfsocialisme niet opleveren.”
Dat uit zich in de praktijk in slechte peilingen, saaie achterhoedegevechten en, dus, in de toenemende lamlendigheid van de partijleider van de laatste grote linkse partij (die bovendien niet echt één partij is, maar een louter electorale optelsom van twee linkse bloedgroepen).
De enige linkse strijdbaarheid komt van mensen die dermate hysterisch zijn dat ze op ijskoude dagen op een A-weg gaan zitten, uit pure onmacht verf tegen gebouwen gooien en op luide toon andere mensen verwijten dat ze niet van tot fout bestempelde platforms als X, Facebook of Whatsapp af willen gaan.
Diezelfde groep geradicaliseerde mensen voert ook nog steeds zowel de institutioneel allang gewonnen strijd tegen racisme (dat ook in Nederland echt en heus voorkomt, maar niet in een mate om in gratuite zelfverloochening te knielen voor een dode drugscrimineel in Amerika), als een kansloze propaganda-oorlog voor een Palestijnse staat, waarin ze aan een volk van antisemitische terroristen zelfbestuur willen gunnen.
Echt standpunten om vol goede moed voor te gaan canvassen, met een paar emmers rode rozen in de bakfiets.
In Memoriam: de politicus Frans Timmermans
Het is echter uiterst ingewikkeld voor links om haar eigen overbodigheid te accepteren, maar de halfbakken ideeën van PvdA/GL om een nieuwe linkse partij te maken van een fusiepartij die zelfs dat nog niet is, noopten mij tot een - wellicht wat vroege maar daarom niet minder onvermijdelijke - IM voor de politieke carrière van de heer Timmermans, met wie ik postuum een soort medelijden begin te ontwikkelen.
Alle interviews met de man lezen de afgelopen maanden namelijk als een hernieuwde voorstelling van Frans Timmermans aan het publiek. Niet als frisse, strijdbare leider op links, maar als een oudere man die een gezonde keuze heeft gemaakt voor een maagband (Telegraaf, november 2024), en door die procedure (of liever: de grote gezondheidsrisico’s van zijn overgewicht) is gaan mijmeren over zijn eigen leven, carrière en (politieke) nalatenschap (de Volkskrant, februari 2025).
Toch ben ik blij voor hem dat hij zijn morbide obese gezondheidstoestand heeft aangepakt, want hij was zo gevaarlijk volvet geworden dat één onverwacht stilstaande roltrap in het Kamergebouw zijn laatste fysieke inspanning had kunnen worden, en daarmee wel een hele wrange metafoor voor de sociaaldemocratie als geheel.
De interviews zijn natuurlijk wél gelardeerd met Timmerfransiaanse humblebrag, want zo snel zal Frenske niet zelf erkennen dat hij inmiddels een gisterenmeneer is, die in de politieke cultuur en culturele politiek van 2025 achterloopt op de ontwikkelingen. Hier twee fijne voorbeeldjes uit het recente interview in de Volkskrant:
Nou schijnen ze bij PvdA/GL dus bezig te zijn met ‘een nieuwe linkse partij’, wat op zich al een veeg teken van een ideeënloze inertie is, want de huidige fusie is nog steeds niet onomstreden (onder zowel de PvdA-achterban als bij GroenLinks-leden).
Voor deze ‘nieuwe partij’ worden twee namen als leider gefluisterd: Habtamu de Hoop (PvdA, sympathieke gozer) en Femke Halsema. De keus voor die eerste zou betekenen dat een jong, tamelijk onervaren en bij het grote publiek onbekend Kamerlid deze toch niet lichte kar zou moeten trekken, en daarvoor niet alleen een nieuwe partij smoel moet geven maar ook nieuw vuur onder de uitgebluste idealen moet zien op te stoken. Politiek talent of niet: ik geef het hem te doen.
De keus voor de tweede zou betekenen dat de linkse navel nog steeds te diep is om te beseffen dat een ooit frissige GroenLinks-liberaal, die als burgemeester van Amsterdam alle regenteske trekjes heeft ontwikkeld die ze in haar eigen boek Pluche betreurde, alleen in eigen kring (met name binnen de Ring) een halve heiligen-status heeft die buiten de Grachtengordel, het lezingencircuit en het (chronisch onoprechte) inclusiviteits-discours door bijna niemand erkend wordt. Zeker niet door de volksmassa die door een nieuwe linkse beweging overtuigd zou moeten worden om de postmoderne sociaaldemocratie überhaupt vorm te geven. Hoewel ze heus veel stemmen zou trekken, wordt de populariteit van Halsema op links zeer overschat.
Maar ook: in geen van de scenario’s voor deze nieuwe partij is Frans Timmermans de leider. En hoewel hij het ergens misschien wel graag zou willen, ademen al zijn interviews en uitingen de energie van een Haagse speler in blessuretijd, in een wedstrijd die heus hoogtepunten kende, maar hoe dan ook in de brilstand eindigt.
Dingen die hadden moeten zijn
Over lezingencircuit gesproken, ook daarin was Frenske te bewonderen, met zijn oratorisch talent om sterke sentimenten tot geveinsde bezieling terug te brengen, omdat zijn ‘ik’ altijd in de weg zit om iets voor ‘jou’ neer te leggen.
Onlangs overleed Mathieu Segers, een ‘publiek denker’ over Europese integratie. In zijn naam is een lezing aan het circuit toegevoegd en omdat Segers zowel een Europees federalist als een Limburger was: wie anders dan Frans Timmermans (die aan dito voorwaarden voldoet) om de eerste lezing in Segers’ naam te geven.
Ook daarin was met de beste wil van de wereld geen groot oppositieleider meer te bekennen, laat staan een potentieel premier. Het was een zoveelste variant op zijn eigen parate kennis in een lofzang op het Europese ideaal, uitgesproken door een oude man die alles van papier oplas en weinig bezieling in zijn woorden wist te leggen.
De video staat hierboven, de gehele tekst is hier te lezen, en de kernkwoots op Frans z’n X-account vielen zo goed als dood.

Behalve dat Timmermans met een brede kwast schilderde over de naoorlogse geschiedenis en daarbij veel open deuren intrapte over democratie versus oligarchie, kapitaal versus communaal en hij - zoals zo modieus is onder linkse leiders - het Amerika van Trump afschilderde als een autocratische macht omdat de huidige Witte Huis-bewoner niet bevalt (en niet als de belangrijke democratische bondgenoot die de Amerikaanse natie in werkelijkheid nog gewoon is), sprak hij toch vooral als een (voormalig) eurocommissaris, en over dingen die zouden moeten zijn.
Het klonk als dingen die hadden moeten zijn, want oude mensen worden conservatief - ook als ze links zijn.
Bovendien: eurocommissarissen zijn geen wereldleiders, het zijn apparatsjiks van een regering zonder volk, met een hoger salaris dan andere de bureaucraten in het Brusselse bolwerk. De varkens die door de honden worden beschermd, op de boerderij van Orwell - om in Timmermans’ stijl van naoorlogse parabals te blijven. Hij stond de politieke drol die het Europese Unie-instituut is met wat moeite glimmend te poetsen, maar het punt is: hij stond ook hier niet als een Nederlandse linkse leider die voor een ‘lokale’ sociaal-democratische partij het beste scenario voor de gewone, volkse, arbeidende burger bepleit.
Lezingen stoken geen woningen warm
Weer ging het hoog boven sterfelijke hoofden over ‘existentiële strijd’ over ‘macht en recht’, in retoriek die zo uitgekauwd is dat het zelfs bevriende media moeite kostte om er lof aan te wijden (Volkskrant, NRC en Trouw reduceerden zijn grote rede slechts tot summiere nieuwsberichtjes). En nee, een lezing hoeft niet in Jip en Janneke-taal, en wordt per definitie door de hogere incrowd aangehoord en niet door ‘het volk’, maar ook hier zag men wederom de sociaaldemocraat die biefstuksocialist werd, en die vergeten is dat verheffing van het volk begint van onderaf. Of: dat die daar ooit begon.
Toen mensen die dat allemaal niet hadden überhaupt nog een auto wilden kopen, een CV-ketel op gas verlangden en misschien wel naar een ver landen wilden kunnen vliegen. Zeg maar alles wat nu door links zo stellig ontmoedigd wordt.
Volgens mij is dat de existentiële (om dat woord ook maar te gebruiken) fout van de PvdA in de 21e eeuw: hun leiders klommen op de schouders van sociaaldemocratische reuzen uit de vorige eeuw, en vergaten dat ze hun hogere uitzicht enkel te danken hebben aan deze voorgangers, die hun poten in de modder hadden in plaats van hun tengels in de schaal met hors d’oeuvres, tijdens de naborrel van een lezing. “In gelul kun je niet wonen”, zei PvdA-icoon Jan Schaeffer in een befaamde quote. En van een lezing kun je geen woning warm stoken, zou je daaraan toe kunnen voegen.
"Wist je dat beleid een anagram is van debiel?", sprak Eberhard van der Laan ooit, als een van de laatste klassieke sociaaldemocraten en net als Schaeffer van de Amsterdamse School (uit de tijd toen Amsterdam nog een stad was waar werklui zelf nog in Mokum woonden in plaats van Almere, Hoofddorp en Purmerend, en met hun dieselbusje in de binnenstad mochten komen om hun dagelijks brood bij elkaar te loodgieteren, steigerbouwen of timmeren).
Timmermans, daarentegen, stond in zijn lezing ‘Europa’ aan te moedigen als ideaal waar energie betaalbaar is, vrede rechtvaardig, en industriepolitiek noodzakelijk. De individuele arbeider, die zijn huis niet betaalbaar warm kan houden, rechtvaardigheid steeds meer als een selectief verschijnsel ervaart waarin hij bovendien steeds het onderspit delft, en voor wie ‘industriepolitiek’ domweg het vinden en vasthouden van een (vaste) baan is zonder schijnconstructies, is verdwenen uit het sociaaldemocratische narratief en vervangen door dat ene symbool: ‘Europa’.
Wie daartegen is, is een populist, zo heeft de blob van politieke centristen bepaald, zich onvoldoende realiserend dat veel van het volk enkel tegen is omdat ‘Europa’ niets anders oplevert dan belastingen, regeltjes en - sinds kort ook weer - oorlogstaal.
‘Europa’ is een retorisch truukje
Het symbool ‘Europa’ is zowel grotesk in z’n radicale idealisme als ook een retorisch truukje om enorme uitdagingen in grote woorden heel klein te maken: je kunt al je wensen voor vrede, voorspoed en eerlijke welvaart projecteren op wat ‘Europa’ daarvoor moet doen. Het smaakt naar het breed uitsmeren van verantwoordelijkheid door het te formuleren als een wensenlijstje dat door anderen moet worden uitgevoerd. Onder bezield toezicht, uiteraard, van de zelfverklaarde hoeders van Europese vrede, recht en welvaart.
Neem deze passage, met veel ik-vorm, uit de Segers-lezing van Timmermans:
“Ik zie een Europa voor me waarin dankzij windmolens de Noordzee dé energie hub van Noord-Europa is.
Ik verbeeld me een Europa waarin we – naast de productie van warmtepompen, next generation zonnepanelen en windturbines – werken aan onze eigen batterijproductie en ons toeleggen op onze eigen uitstootvrije auto-industrie – een industrie die de belofte in zich draagt van groene banen voor de toekomst.
Ik stel me een Europa voor waarin we werken aan de beste kwaliteit groen staal, zoals Tata bij IJmuiden en Thyssen-Krupp in Duisburg.
Investeren in chemiebedrijven waar waterstof wordt aangevoerd, zoals in Rotterdam, Geleen en andere delen van het Europese industriële hartland.
Ik zie investeringen voor in de productie van warmtepompen voor me bij ons in Apeldoorn, waarmee we voor goede banen en fijne duurzame woningen zorgen voor een heleboel mensen. Ook zijn forse investeringen nodig in high tech bedrijven zoals ASML in Eindhoven omdat technologisch leiderschap essentieel is voor een weerbare economie.
Wat van ons gevraagd wordt is de snelste industriële transformatie uit de moderne Europese geschiedenis.”
‘Jullie, jullie moeten dat doen’, zegt de politicus tegen de burger, wijzend naar een symbool dat niet zoveel vanzelfsprekende eensgezindheid oproept als de politicus denkt.
Nog een citaat van wijlen Van der Laan dat daarop aansluit: "De politiek wil dat iets gebeurt, een bestuurder zorgt dat het gebeurt." En in beide gevallen zou de burger het zelf ook nog moeten willen.
Timmermans bestuurt sowieso niet momenteel - hij is oppositie-Kamerlid en dat zint hem al niet vanaf dag één. Bestuurder wordt hij wellicht niet meer: zijn eigen partij, die een soort nieuwe partij is, wil een nieuwe partij oprichten, en een nieuwe leider kiezen voor die nieuwe nieuwe fusiepartij. Ook Raoul du Pré ziet in VK, toch een Frans-vriendelijke krant, dat Timmermans daar niet de persoon voor is.
Ook de PvdA bestaat straks domweg niet meer, en het heeft er alle schijn van dat Timmermans niet tot dat moment wil wachten om het licht uit te kunnen doen.
Om in zijn klimaatretoriek te blijven: na hem de zondvloed. Er zijn nog genoeg wedstrijden van Roda JC waar hij zijn kleinzoon mee naartoe kan nemen. En dat hij zijn eigen schoenveters sinds kort weer kan zien, wil nog niet zeggen dat hij de energie of zelfs de visie heeft om de sociaaldemocratie van onderaf aan de schoenveters omhoog te trekken.
Dus het is goed zo, en in Nieuwe Revu alvast het afscheid van een man aan wie je makkelijk een hekel kunt hebben en die zichzelf ook in zijn retoriek, sentimenten en eigenbelang graag een beetje opblaast, maar die diep van binnen echt geen slecht mens is.
Dat hebben zijn afscheidsinterviews ook heus wel laten zien.
Uitstekond, Bart. En dan te bedenken dat GL zelf ook al een optelsom is van diverse linkse bloedgroepen, onder wie evangelisten, pacifisten en communisten.
Dat heb je mooi opgeschreven Bart. Helemaal niets aan toe te voegen. Ik ben benieuwd wanneer Frenske er zelf achter komt. Heb je de toespraak van JDVance in Frankrijk gezien, over AI. Zijn uitspraak over vrouwen zonder kinderen was volstrekt belachelijk maar als ik die toespraak zien dan zie ik daar autoriteit en helderheid