De digitale euro blijft een vaag verhaal
Bericht uit Brussel van Auke Zijlstra
De Europese Centrale Bank kwam praten met Europarlementariërs van de commissie monetaire zaken, ECON in het Brussels jargon, waar ik ook lid van ben. Het onderwerp betrof de stand van zaken van de digitale euro. Meneer Piero Cipollone, lid van de raad van bestuur van de ECB sinds 2023, bleek enthousiast over het project en goed voorbereid. Hij stak een verhaal af over hoe leuk het allemaal ging worden, welke hindernissen er nog waren, hoe belangrijk voor het project iedereen in de zaal was.
Het waarom van het project werd ook nog aangestipt.Vervolgens mocht een aantal Europarlementariërs vragen stellen. Zij kregen allemaal keurig antwoord. Mijn ervaring met de ECB is wat dat betreft positief. Ik heb nooit anders meegemaakt dan dat vragen uitgebreid, ook schriftelijk, worden beantwoord. Het contrast met de Europese Commissie is groot, wat dat betreft.
Digitale euro? De digitale euro is de naam waaronder de ECB werkt aan een eigen digitale munt. Internationaal staat deze ontwikkeling bekend als CBDC, central bank digital currency. Traditioneel geven centrale banken chartaal geld uit: muntjes en biljetten, en de gewone banken kennen digitale tegoeden. Geld van een centrale bank is automatisch gedekt want een centrale bank kan niet failliet gaan. De geldpers staat daar op kantoor. Afkalving vindt slechts door inflatie plaats.
Het idee om in plaats van met munten en biljetten voortaan met een bankkaart van de ECB rond te lopen klinkt niet onaantrekkelijk. Maar het is wel een behoorlijke verandering van het betalingsverkeer. Wat is de rol van banken dan nog? De Europarlementariërs maakten zich voornamelijk druk over privacy. Immers: kennis van particuliere betalingen komt hiermee rechtstreeks in handen van de overheid. Aangezien politici een mening hebben over de wenselijkheid van aankopen door particulieren (vlees, benzine, vliegreizen), wat hindert hen om voortaan dergelijke betalingen te beperken, te beboeten, of zelfs onmogelijk te maken? Aan de andere kant, door politieke druk zijn er ook al steeds meer banken met een mening over waar hun klanten geld aan zouden mogen besteden, dus het verschil is gradueel. Maar dit is niet het enige vraagstuk.
Aangezien politici een mening hebben over de wenselijkheid van aankopen door particulieren (vlees, benzine, vliegreizen), wat hindert hen om voortaan dergelijke betalingen te beperken, te beboeten, of zelfs onmogelijk te maken?
De ECB noemt als rechtvaardiging voor het hele project de ontwikkeling van de interne markt voor digitale betalingen. Op dit moment kent deze interne markt twee problemen. Ten eerste het probleem dat dertien van de twintig eurolanden geen nationaal betalingssysteem hebben dat de interne interoperabiliteit van betaalkaarten regelt. Dit betekent dat de groeimogelijkheden van een onderneming afhankelijk zijn van het netwerk van hun gekozen bank.
Ten tweede is er het probleem dat het giraal betalingsverkeer in de EU volledig in handen is van twee Amerikaanse bedrijven, Visa en Mastercard. Deze twee bedrijven rekenen hoge kosten per zakelijke transactie. Als consument merk je de kosten niet als je pint, maar het vreet wel aan de winstmarges van de handelaar die Visa en Mastercard accepteert. Uiteindelijk wordt dat toch doorberekend aan de consument. Een digitale euro zou niet alleen een Europees betalingssysteem uitrollen, waar betalingsverkeer niet langer afhankelijk is van de kaarten en de digitale infrastructuur die beschikbaar zijn in een bepaalde lidstaat, maar ook handelaren (‘traders’, iedereen die particuliere betalingen ontvangt) minder afhankelijk maken van Visa en Mastercard.
Dat klinkt als een goed argument om de digitale euro in te voeren. Dat er een duopolie is, en dat de duopolisten inderdaad exorbitante kosten aanrekenen per girale betaling, staat buiten kijf, hoewel het onduidelijk is of niet gewoon de kostprijs met een beperkte opslag wordt gevraagd. De vraag is echter: gaat de ECB over mededingingskwesties? De ECB constateert dat de markt gedomineerd wordt door twee spelers. De redenering is dat die twee spelers meer ruimte hebben om een hoge prijs vast te stellen dan wanneer er meer aanbieders zouden zijn. Er zou dan sprake zijn van misbruik maken van marktdominantie.
Ik denk dat het beantwoorden van die vraag niet een bevoegdheid is van de ECB, maar van de Europese Mededingingsautoriteit, en in tweede instantie het Europees Hof van Justitie. Als de ECB denkt dat het betalingsverkeer hieronder lijdt, moet ze dat aankaarten bij de Europese Mededingingsautoriteit, die op haar beurt een procedure kan openen tegen beide spelers. Of de ECB vraagt aan de Commissie om een wetgevend initiatief, zoals de Credit Card Competition Act (CCCA) in de Verenigde Staten, die de kosten reguleert die kredietkaartbedrijven mogen aanrekenen aan handelaren. Het is niet de rol van de ECB om een concurrent te creëren voor twee private bedrijven in de vorm van een digitale euro.
Het is niet de rol van de ECB om een concurrent te creëren voor twee private bedrijven in de vorm van een digitale euro.
Ik heb ondertussen deze redenering in de vorm van een schriftelijke vraag voorgelegd aan de Europese Commissie. Ik ben heel benieuwd. Als de Europese Commissie de analyse deelt dat er sprake is van een marktverstorende duopolie is de vraag waarom dat niet allang tot actie heeft geleid. Als de Europese Commissie de analyse niet deelt is de vraag wat dan de rechtvaardiging voor een digitale euro is.
En dan zijn er nog de kosten. Niemand weet op dit moment wat het onderzoek naar de digitale euro al gekost heeft. Niemand kan begroten hoeveel de uitrol van de digitale euro zelfs maar bij benadering zal kosten. Niemand heeft à priori een kosten-batenanalyse uitgevoerd. Toch beweerde Cipollone, dus zonder enig cijferwerk, dat hij nu al weet dat de digitale euro goedkoper zal zijn voor de handelaren dan Visa en Mastercard.
Vandaar dat ik hierover een schriftelijke vraag aan de ECB heb gesteld: wat kost dit allemaal? De ECB kan mijn eerdere compliment dat er altijd uitgebreid antwoord gegeven wordt rechtvaardigen. Het blijft echter bizar dat dit niet alleen nog niet gevraagd is, maar ook niet is beantwoord.
De volgende keer wil ik ingaan op andere aspecten van de digitale euro: de rol van banken, de ondermijning van het particuliere bedrijfsmodel van Visa en Mastercard, hoeveel digitale euro’s mag je eigenlijk hebben, hoe wordt privacy geregeld, kun je wel offline betalen net zoals met cash, hoe zit het met de niet-eurolanden, en: is dit project nog te stoppen?
— Auke Zijlstra is Europarlementariër namens de PVV. Op X te vinden als @EconoomZijlstra, zijn EU-profiel is daarrr te vinden.
U moet het zo zien. Met digitaal geld gaat een ander bepalen wat u kunt kopen. Uw bestedingsvrijheid is geconditioneerd door enerzijds uw digitale identiteit die u toegang moet verschaffen tot het betalingssysteem, internet en de economie en anderzijds het establishment dat bepaalt wat u kunt consumeren.
Ik ben ook heel blij met deze aanvulling op de nieuwsbriefjes! Hele interessante materie en goed evenredig uitgelegd ook! De cdbc is niet zwart wit, heeft voor en nadelen waar goed over nagedacht moet worden. Top hoor!