Is het werkelijk zo vreemd dat er wantrouwen heerst over het verhaal dat NRC over Ronald Plasterk schreef? Of over het motief achter de aangifte tegen Mona Keijzer, en hoe dat in de vrije pers geduid wordt?
Zoals u niet gemist kunt hebben, is er gedonder en gedoe over het patentenverhaal over Ronald Plasterk. De voormalig minister zag een potentieel premierschap getorpedeerd worden door een verhaal in NRC Handelsblad. Op 22 maart publiceerde de krant onder de kop ‘Hoe Ronald Plasterk miljonair werd - en de universiteit had het nakijken’ de letterlijke stelling dat Plasterk 32 miljoen verdiende aan de verkoop van zijn bio-tech-startup Frame aan het Amerikaanse bedrijf CureVac, en dat hij daarbij een (data)wetenschappen en het UMC buitenspel zette.
Het is niet dat het NRC-artikel en de aantijgingen daarin compleet uit de lucht gegrepen zijn, maar er staan wel passages in die vragen oproepen. Zoals of het wel klopt wat Plasterk er volgens de krant aan verdiend zou hebben. Of waarom zowel het Amsterdam UMC als wetenschapper Jan Koster de aantijgingen in eerste instantie bagatelliseren en zelfs (deels) weerspreken, maar het universitair medisch centrum later toch een onderzoek start. En waarom NRC in het meest recente vervolgstuk de vergezochte aangifte van een Wildershatende totaalmalloot opvoert alsof het een serieuze zaak betreft, zonder de sneue achtergrond van deze advocaat te benoemen.
De tegenstrijdigheden en het opportunisme roepen de vraag op welk onrecht NRC probeert te rechten, en of het daarom niet zo vreemd is dat veel mensen de artikelen lezen als een moedwillige verdachtmaking van Ronald Plasterk, toevallig enkele maanden nadat hij als ‘linkse overloper’ zijn medewerking verleende aan het verkennen van een (volgens sommigen 'extreem-’) rechtse coalitie.
Je kan NRC niet aanreken dat bijna alle media op de bij nadere beschouwing niet bijzonder brisante onthullingen duiken, waardoor het toch zo’n groot verhaal is geworden. Plasterk was immers van informateur tot premierskandidaat opgeklommen en dan is alle juice welkom - maar in die mediastorm tekent zich ook een (linkse) gretigheid af om met de afvallige Plasterk af te rekenen, of om de nieuw te vormen coalitie te frustreren. Uitingen daarvan vloeiden rijkelijk over de sociale media (lees: X, want waar anders).
Weet je wie echt onafhankelijk probeert te zijn? Ikke! Geen baas. Geen opdrachtgever. Geen adverteerders. Alleen lezers, donateurs en abonnees. Hou me scherp, en eerlijk, met uw lidmaatschap:
Wie echter twijfelt aan de beschuldigingen in of motieven achter het artikel, twijfelt zogenaamd aan de vrije nieuwsgaring en controle van de macht, of maakt zich zelfs schuldig aan het ondermijnen van de vrije pers, en daarmee de democratie als geheel. Ondergetekende haalde zelfs de zaterdagkrant met een hyperbool tweetje, dat uit context geciteerd wordt onder een stuk met de titel ‘Vrije pers is de populist een doorn in het oog’. Bedankt voor het lachen, Robert van de Grien(d).
Over populisten gesproken. Ook de fletse opportunist Frans Timmermans haakte aan, met een bangmakend opiniestuk in dezelfde de Volkskrant onder de kop ‘Pas op, want extreem-rechts holt persvrijheid uit en speelt het spel gewiekst’.
Dat Timmermans vijf jaar terug op Malta zelf campagne voerde voor zijn EU topfunctie met toenmalig linkse premier Joseph Muscat, die op dat moment al onder verdenking lag van corruptie en betrokkenheid bij de moord op een journaliste - sja, vervelende details uit het verleden…
Ook weten we van NRC Handelsblad dat de uitkomst soms belangrijker is dan de weg daarheen. Dat zagen we jaren terug, toen Pieter Omtzigt ten onrechte werd afgeschilderd als iemand die via een ‘nepgetuige’ complotten over MH17 zou hebben willen verspreiden tijdens een debatavond. Een beschuldiging die stellig werd ontkracht door andere aanwezigen, waaronder VU-professor Marieke de Hoon, toenmalig RTL Nieuws-adjunct Pieter Klein en huidig EW Magazine-hoofdredacteur Hella Hueck. NRC corrigeerde echter niets en nam niks terug, en gaf domweg GeenStijl de schuld van de ontstane ophef.
Wie in een actueler onderwerp de anti-Israëlische berichtgeving van de Amsterdamse krant volgt, weet eveneens dat werkelijkheid of waarheid niet in de weg mogen staan van een door NRC ingenomen standpunt. Om over de drek die langs de redactie van de opiniepagina’s glipt maar te zwijgen.
Het is heus niet raar om wantrouwig tegenover de mores van NRC te staan en sowieso: waarom zou je de intenties van de vrije pers überhaupt niet in twijfel mogen trekken? De media zijn bepaald niet ongenaakbaar, laat staan dat ze zich in bredere zin onpartijdig tonen.
Terug naar Plasterk en z’n patent. Daar ikzelf geen enkel benul heb van het indienen van of verdienen aan patenten, medisch-wetenschappelijk of anderszins, vaar ik voor kritiek op NRC op andere bronnen. Maurice de Hond suggereert bijvoorbeeld in een analyse van het patent dat Plasterk überhaupt geen gebruik maakte van de zogenaamde R2-database van AUMC-medewerker Jan Koster. Volgens de tekst van de aanvraag zou met een andere, Amerikaanse database zijn gewerkt. Ook citeert De Hond uit een brief van de directeur van het AMC van eind 2018 of begin 2019, waarin zou staan dat het AMC ‘geen aanspraken maakt op aandelen van het bedrijf en/of [intellectueel eigendom] of octrooien die Plasterk of zijn collega’s zouden gaan verwerven.’ En Maurice merkt net als diverse anderen op dat in 2020 niemand aansloeg op de aanvraag en in 2022 niemand op de verkoop van zijn bedrijf Frame, maar twee jaar later ineens wel.
De Hond, die het kankeronderzoek van Plasterk al langer zegt te volgen, beschrijft tenslotte dat hij veel minder verdiend heeft aan het patent dan de 32 miljoen euro die door NRC is gesuggereerd, omdat een en ander in aandelen én onder bepaalde voorwaarden van projectvoortgang slechts deels is uitgekeerd, en de aandelenkoers daarna bovendien flink gedaald is. Het Financieel Dagblad concludeerde hetzelfde en ook Arno Wellens meent dat Plasterk beduidend minder geld aan het patent heeft overgehouden.
Is daarmee bewezen dat Plasterk helemaal niets verkeerd heeft gedaan? Geenszins. Het feit dat er verschillende zienswijzen bestaan, betekent niet dat hij geen bochten afgesneden kan hebben, of mensen buitenspel heeft gezet. Maar het laat wel zien dat het verhaal van NRC niet waterdicht is en, zoals alle mediaproducties, kleuring bevat.
Stop Wilders Nu!
Hoewel NRC met het oorspronkelijke verhaal ook de twijfel van het Amsterdam UMC heeft gewekt, die de kwestie na aanvankelijke ontkenning en wegwuiving toch nader wil onderzoeken, voert de courant in een vervolgverhaal wederom een heel oneigenlijk argument aan: de jaarrekening van Plasterks bedrijfje zou niet helemaal volgens de regels zijn opgemaakt. Nou is dat op zichzelf een verwaarloosbaar delict dat door velen met voeten wordt getreden en door niemand actief gehandhaafd, maar degene die deze kat de bel aan probeert te binden, heeft sowieso twijfelachtige intenties.
Het is namelijk advocaat Henry Sarolea, een - dixit Geert Dales - ‘beroepsquerulant met een ziekelijke hang naar het zoeken van spijkers op zeer laag water’, die in 2011 (vergeefs) aangifte deed tegen Geert Wilders en zich op Twitter bestuurslid noemt van ‘Stop Wilders Nu!‘, waarvan we met het oog op de laatste verkiezingsuitslag gerust kunnen vaststellen dat het niet bepaald een succesvol initiatief is. Maar die achtergrond laat NRC achterwege, terwijl het wel relevant is voor zowel ‘s mans motieven - en met de weglating in zekere zin ook voor die van de krant.
Hieronder is Sarolea te zien op NOS-beelden uit 2011, wanneer hij net een rechtszaak tegen uitspraken van Wilders verloren heeft (via). Klinkt dit als een serieuze man?
Tot slot er nog de Kwestie Mona Keijzer. Het Kamerlid van BBB debiteerde op nationale televisie een ongemakkelijke waarheid over antisemitisme in de islam (videofragment) en natuurlijk kwam haar dat prompt op een aangifte te staan - want zo bestrijden sommigen elkaars ideeën tegenwoordig het liefst. Net zoals bij bovenstaand sujet is het juridisch gezien vermoedelijk een kansloze missie, maar ook in deze kwestie vallen wat bijzonderheden op.
Ten eerste lijkt niemand in de ‘vrije pers’ het te willen hebben over de onmiskenbare link tussen de ideologische islam en antisemitisme, hoe breed gedocumenteerd die zowel historisch als contemporain ook is, hoe vaak je die ook kunt horen in vele talen uit de monden van imams, of hoe letterlijk je hem kunt vinden in koranteksten of de thans toch tamelijk actuele beginselverklaring van Hamas. Wél schrijft iedereen over dát ze het zei, dat er veel ophef en verontwaardiging over was, dat het heel erg extreemrechts of populistisch zou zijn, en dat er aangifte tegen is gedaan. Waarmee tóch weer dat smaakje blijft hangen dat niet de islam, maar Mona Keijzer degene is met twijfelachtige opvattingen.
En ook hier blijkt de belangrijkste aangever, Kasim Tekin, zelf niet van twijfelachtige motieven vrij, en ook niet van onbesproken gedrag. Neem alleen al wat hij deelde op Instagram op 7 oktober (wederom via), en probeer dan eens vol te houden dat hij als moslim ver staat van enige vorm van antisemitisme. Of nee, dit is natuurlijk gewoon keurig ‘anti-zionisme’, excuseer…
Voor verdere details over Tekin verwijs ik gemakshalve naar deze column van Nausicaa Marbe, die opsomt hoe de voormalige docent aan het door idioten bestuurde islamitische Haga Lyceum door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding als ‘salafistisch aanjager’ werd gezien, die zichzelf al jarenlang in slachtofferschap wentelt en mogelijk banden heeft met haatpredikers die - je verwacht het niet - zeer antisemitische uitingen doen en hebben gedaan. Allemaal feiten die door andere media worden weggelaten in hun berichtgeving over de (absurde, en naar het zich laat aanzien kansloze) aangifte tegen Keijzer.
Laat me voor de volledigheid (en voor Robert van de Griend) benadrukken dat ik geen eenduidig complot zie in de aanvallen op c.q. aangiftes tegen Ronald Plasterk en Mona Keijzer: beiden hebben zeer verschillende achtergronden en gaan over ver uiteenliggende onderwerpen. Maar het is níet raar om te denken dat in de motieven tegen beiden een gedeeld venijn schuilt: afkeer van en verzet tegen de te vormen coalitie met de PVV. Waar sommigen letterlijk over zeggen dat ze ‘niets zullen nalaten’ om te voorkomen dat zo’n kabinet er komt.
Precies de sfeer die opstijgt uit de verslaggeving, dus. Maar je mag de vrije pers en hun motieven niet zomaar in twijfel trekken, maar de vrije pers mag wel naar hartelust en tamelijk eensgezind anderen in twijfel trekken - met toevoegingen of weglatingen die opportuun in lijn liggen met hún onderbuik, maar niet de onze die van anderen.
Onderstaand het Revu-cursiefje van deze week, met daarin het sentiment van voornoemde tekst samengevat.
De kiezer heeft het laatste woord
De verwachtingen voor de nieuwe coalitie zijn niet hoog. Niet omdat de plannen slecht zijn, want het hoofdlijnenakkoord is tamelijk nuchter. Maar dit kwartet ligt elkaar matig, spanning sluimert en vele vijanden komen als haaien op iedere druppel bloed af.
Wilders is ongeliefd, zeg gerust gehaat, bij degenen waar hij het meest mee te maken krijgt: de linkse oppositie, de pers en het ambtenarenapparaat. In alles schreeuwen zij hun afkeer tegen de democratie, de volkswil en de nieuwe politieke wind. Dat zal hen bezuren.
In 2015, toen ik het sneeuwballetje van de heuvel duwde dat het Oekraïnereferendum werd, sloten zich veel mensen bij GeenPeil aan die hun motivatie vonden in het genegeerde grondwetreferendum van 2005. Ze werden gedreven door een democratische drang om een onrecht te rechten. Om nogmaals met wettige middelen van publieke inspraak en participatie te laten horen: jongens, wij wilden iets anders.
Dat Oekraïnereferendum werd gehekeld, gefrustreerd en ontiegelijk besmeurd door precies dezelfde mensen die tegen deze coalitie te hoop lopen: belerend progressieflinks, de navelstarende mediabubbel en een parade van meelopers die niet kan verkroppen dat mensen met een afwijkende mening ook stemrecht hebben.
Het hield de GeenPeil-vrijwilligers en ook de kiezer niet tegen: tweederde van de referendumstemmers verwierp het Associatieverdrag met Oekraïne. Dat, uiteraard, wel gewoon werd ingevoerd. Wederom werd aangetoond dat democratische inspraak een schijnvertoning is zodra mensen ‘verkeerd’ stemmen, tegen de belangen van een kleine bovenlaag van bestuurlijke elites.
Dat gevoel van ‘verkeerd stemmen’ heerst ook sinds de Kamerverkiezingen.
De kiezer wil een significant andere koers dan de bestuurlijke kaste al jarenlang vaart en heeft dat op democratische wijze laten blijken. Maar zowel de kiezer als het gehele democratische proces wordt uit alle macht verdacht gemaakt. Het electoraat wordt dom, populistisch en zelfs racistisch genoemd. Ieder haarscheurtje in het formatieproces wordt tot een hype opgeblazen. Continu lees je de hoop van buitenstaanders dat ze er vooral niet uit moeten komen.
Het leidt ertoe dat Pieter Omtzigt - toch al zo’n twijfelaar - verscheurd wordt tussen de kans aan zijn gewenste nieuwe sociale contract te werken, of toch afstand van Wilders te houden. Het leidde ertoe dat Ronald Plasterk is opgehangen aan een tamelijk dun verhaallijntje, om publiekelijk tentoongesteld te worden als waarschuwing aan anderen: ga niet met Wilders en deze coalitie in zee, we zullen je reputatie vernietigen.
Het zal niet werken. Sinds de verkiezingen is de PVV louter gestegen in de peilingen en schommelt soms rond de vijftig zetels. Dat is een waarschuwing van de kiezer: zorg dat deze democratisch gekozen uitslag wordt gerespecteerd, anders komen we volgende keer met meer. Want de zittende macht heeft het lang genoeg bij het verkeerde eind gehad en de kiezer heeft het laatste woord. Althans: in een democratie.
Deze column verscheen in Nieuwe Revu 22 - 2024
Zojuist de presentatie van Dick Schoof als beoogd premier gezien. E e n vraag per journalist, eventueel met enige verduidelijking in een tweede vraag. En - Geen Stijl als e e n van de weinige pregnante uitzonderingen - een voornamelijk onzeker en gespannen ,,journaille'' (De Volkskrant, niet letterlijk: ,,voelt u/bent u premier van alle Nederlanders?" Hahaha! Ja natuurlijk!), dat zich deze Sovetjetdiscipline zoals gewoonlijk laat aanleunen.
Waar Mark Rutte als ,,verdienmodel'' een neighbour-next-doorachtige jovialiteit pretendeerde, hebben we hier de ijzige en behendige stalen topdog van de Haagse ambtenarenhemel voor ons. Tweeregelige antwoorden, ontwijking als tweede natuur maar niet te onderschatten. Ik blijf benieuwd!
Vulgaire campagejournalistiek, waar je ook kijkt & leest, je hebt het helder omschreven. Op naar de volgende ronde, want we zijn er nog lang niet hoor!