Gezonde Hollandse lulligheid, Herman de Huurmoordenaar, op slippers naar de CEO en een foto van mijn hond - Nijmans Nieuwsbriefje - Editie #28
Begin juni struikelde ik over een tekst van een jaar eerder tegen en die goot ik in een nieuwsbrief. Velen vroegen om het vervolg, waarna de chronologie als vanzelf naar het eerder op GS verschenen crackverhaal leidde. M'n recente bezoek aan Nederland, alhier betreurd, spoort aan tot verdergaan. Ik weet niet waar het heengaat, noch hoe het afloopt, maar het is eens wat anders dan de zoveelste obligate opinie over de dagelijkse varia aan fophef, crisiswaan of de trage treinramp die getergd Nederland heet. En het telt nog wel als van je af schrijven. Altijd van je af schrijven - ook als je naar jezelf toe schrijft.
Gezonde Hollandse lulligheid
Er zat minder dan 72 uur tussen het vluchtige vertrek uit mijn vreselijke vinexhut in Oostzaan en het verhaal over het crackhuis in de Algarve maar mijn vrouw oordeelde aan de hand van wat foto’s dat ik er al vijf jaar jonger uit zag. De dag na het crackhuis lunchten we met senhor Erik de Vlieger in Cabanas, daags erna - eerste Pinksterdag - wilde Arthur naar de IKEA bij Loulé voor een burgermansontbijt van anderhalve euro om het ophefgolfje over de crackfoto’s te schragen met gezonde Hollandse lulligheid.
Daarna reden we naar proletenparadijs Vale do Lobo, waar Louis van Gaal en Linda de Mol miljoenenvilla’s hebben op een soort mega golfresort waar enkele klassieke (Britse) villa’s de sfeer proberen te redden tussen de meest wanstaltige postmoderne constructies, die nog het meest doen denken aan modieuze MP3-spelers van beton, staal en glas.
We klierden wat met golfkarretjes, zetten een “schat ik ben wat later, autopech”-foto in scene voor de deur van een scharrige seksclub en eigenlijk moesten we alleen maar boodschappen doen om een plakkie worst bij de Grand Prix van Monaco te hebben. Ik kon me niet heugen wanneer ik voor het laatst nergens aan dacht. Of aan hoefde te denken, van mezelf.
Op de vrolijke foto’s is het nauwelijks te zien en de afgelopen jaren heb ik geleerd dat iedereen je heus wel hoort, maar bijna niemand werkelijk begrijpt hoe het voelt om van binnen langzaam opgevreten te worden omdat je al veel te lang en veel te ver op mentale reserves hebt ingeteerd. En dus blijven mensen je bevragen.
Dat nam ik vooral mezelf kwalijk: begin 2021 balanceerde ik al ruim een jaar tussen ontkenning van oververmoeidheid en botweg volkomen opgebrand zijn, maar ik ben daarin nogal ouderwets dus ik mag van mezelf niet klagen, rug recht en schouders eronder en bovendien kan ik geen verantwoordelijkheden loslaten of negeren zonder door een diep schuldgevoel bezeten te worden. Vanwege de bedrading van mijn brein beschik ik daarnaast helaas ook niet over een uitknop, noch een sluimerstand. Zelfs dit alineaatje opschrijven knaagt een beetje aan de schuld, alsof ik zit op te scheppen over hoe ver ik over m'n rode lijn kan. Maar wat soms een bijna onbegrensd vermogen tot Ausdauerij was, is al lang geen feature meer. Het is een hardnekkige bug die net zo hard tegen me ging werken als hoe het jarenlang voordeel bracht.
Onder de Atlantische zon leek dat alles even van me af te vallen. Waar ik in Nederland steeds verder zombificeerde en iedere dag iets meer moeite had dan de dag ervoor om überhaupt nog uit bed te komen, bevreesd voor wat de dag nu weer voor ellende zou brengen, maakten de veel lichtere luchten in de Algarve het ontwaken bijna tot een opkikker op zichzelf. Of het ontwaakt worden, moet ik zeggen, want in Arthurs logeerkamer stonden zijn honden elke morgen al rond zes uur met een hoop gestommel aan mijn bed, één voor één, voor een natte begroeting. Matcha sprong steeds bij me en meestal volgde ook Arthur die als vierde kwispelaar binnen kwam en de vraag of ik koffie wilde al met drie anekdotes, zes nieuwe ideeën en negen irrelevante zijsporen had ingeleid voordat ie herhaalde of ik nou al gezegd had of ik koffie wilde?
Het was daar in dat zanderige huis met de wilde tuin, de horecakoelkast vol fris pils en het klapkrat lauwwarme rode wijn dat ik niet alleen met een schetsblok achter de bijzondere figuur Arthur en zijn speels-schunnige levensenergie aan hobbelde, maar ook de situationele gevolgen van mijn eigen zonden begon te overdenken.
Herman de Huurmoordenaar
De redactionele overname van GeenStijl in het voorjaar 2018 was een op het impulsieve af genomen beslissing, gedreven door het principe dat GeenStijl gewoon moet bestáán, in een gelijkgeschakeld medialand waar een paar mega-uitgevers en de NPO de dienst uitmaken. De enige die in moest stemmen, was mijn vrouw. Die kent mijn ongedurigheid als geen ander en zei dus alleen maar: ‘Sja, jij hebt nou eenmaal je projectjes nodig’. Aan het spelletje om het Mediahuismanagement te overtuigen dat ze GeenStijl gewoon aan de redactie moesten geven, inclusief een zak startgeld wegens het achterhouden van Dumpert, beleefde ik een kwajongensachtig plezier.
Mediahuis had een verkoopbegeleider ingehuurd die door ons Herman de Huurmoordenaar werd genoemd. Want een ‘bemiddelaar’ die door één partij wordt aangewezen, is een soort Johan Remkes die door Rutte gebeld wordt om de boeren te knechten. Zal z’n achternaam en bedrijf toch achterwege laten, want het is weliswaar een typische consultant uit de dieptreurige Hollandse vergaderwereld van bazel-uurtje/torenhoog factuurtje, maar het bleek uiteindelijk geen kwaaie pier. We gingen echter mooi niet praten over overname door derden: 'Veel succes er mee, maar iedere geïnteresseerde koper die zich bij Mediahuis meldt, gooien wij op de front page met een haha nee ga weg we motten jullie niet er boven', bezwoeren we tegen hem en Joris Bouman, de toenmalige directeur van onze ‘eigen’ TMG-divisie News Media. 'We gaan zelf wel met de bobo’s praten over een redactionele uitkoop.'
Op slippers naar de CEO
Dus daar zaten we dan enkele weken later, Pritt en ik, onder de bovenste systeemplafonds van het TMG-gebouw aan de Basisweg. Het was een bloedhete junidag - twee dagen na het brandende bus in de hal van het gebouw - en ik zat in een korte broek, een oud Miami Vice-shirtje en op slippers tegenover de doorgewinterde CFO Koos Boot met een plan op een bierviltje van één A4, een bedrag in ons hoofd en, bij gebrek aan zakelijke kennis: een beetje branie. Pritt flankeerde mij, Joris Bouman zat aan de verkeerde kant van de tafel en ik mocht ons verhaal doen tegen de levende calculator-met-stropdas die me met een streng gezicht emotieloos aan zat te kijken.
Met enige zenuwen, want ik word zowel melig als nerveus van formele situaties, begon ik aan Boot uit te leggen dat we geen vertrouwen hadden in een verkoop aan een nieuwe eigenaar, omdat we vreesden voor redactionele inmenging, bezuiniging of ander vrijheidsbeperkend leed waar we onder TMG nooit last van gehad hadden (we hadden een gezonde, faire haat/liefde-verhouding met het voormalige moederbedrijf: wij mochten kliederen op internet en zij betaalden de juridische gevolgen).
Ik benadrukte dat we het schandalig vonden dat die Mediahuisbelgen wel een grote moraalmuil hadden over de vermeende ondeugd van het huisje GeenStijl, maar dat ze wel onze schoorsteen Dumpert voor zichzelf wilden houden om lekker van te vreten, omdat ie ondanks alle copyrightrisico’s, banale schoolpleinvechtvideo's en natuurlijk die vreselijke foute billen in beeld zo lekker rookt. En dat we daarom twee miljoen euro van de Belgen wilden. Want wij zouden commercieel gezien in een koud huis terecht komen, zeker na het lelijke advertentieboycot door twee grote deugcouranten, waaronder eentje van Mediahuis zelf.
Boot zweeg en bleef me strak aankijken toen ik klaar was. Later leerde ik dat zulks een onderhandelingstactiek is, in de hoop dat de opponent nog een stukje extra informatie ophoest om het ongemak te breken. Ik voelde dat ongemak ook maar dropte een plompverloren 'U mag het zeggen, edelachtbare'. Dat brak het ijs in het vergaderzaaltje van de CEO’s net genoeg om Boot te doen zeggen dat we natuurlijk van z’n leven geen twee miljoen gingen meekrijgen. Maar hij kon een geamuseerd lachje echter niet onderdrukken.
Game on.
Maar: met de kennis van nu waren die onderhandelingen in de zomer van 2018 de laatste keer dat het allemaal écht leuk was. In het voorjaar van 2021 begon dat langzaam in te dalen.
Later meer. Eerst een foto van mijn hond
En dan nog de link naar het zorgfonds — bunq.me
Schrijven is therapie maar gezonde voeding is minstens zo belangrijk