Een slagveld van strijd en schaarste
Een bestuurlijke koortsdroom in een land van politieke schaarste
Een inzicht in de politieke werkelijkheid van dit moment en over deze coalitie en het kabinet dat het niet is, een jaar na de verkiezingen van 22 november 2023, dat is wat hieronder volgt. Het is helaas geen opgewekt verhaal, want dit is het probleem: er is eigenlijk helemaal geen coalitie, dit kabinet bestaat niet echt en de politieke werkelijkheid is een koortsdroom.
De afgelopen weken, met het vertrek van twee staatssecretarissen, de doorlopende discussie over al-dan-niet-racistische uitingen in de ministerraad, de heteluchtballon Hertzberger die leegliep (vijf reeten!) en niet in de laatste plaats: de vileine maar vakkundige omkering van oorzaak (antisemitische moslimjongeren met een integratieprobleem) en gevolg (Jodenjacht in Amsterdam) tot een larmoyant slachtofferverhaal over de vermeende onderdrukking van islamitische minderheden, hebben dit kabinet in permanente crisissfeer gebracht. Kerst is dichtbij, maar voor deze coalitie mogelijk alsnog te ver.
Hoe zijn we hier gekomen, hoe komen we er vanaf, en hoe gaan we in ‘s hemelsnaam uit de ideologische impasses komen, voordat de impasse zelf onze ideologie wordt?
Onderstaand een essay, of lange rant, die kool noch geit probeert te sparen. Voordat ik die over u uitstort, een kleine reminder dat iedere door u gekozen vorm van ondersteuning voor mijn oprispingen zorgt dat ik ze niet in hoef te slikken en we zowel de lasten als de opluchting om het eruit te gooien samen kunnen dragen.
Tot zover de onvermijdelijke huishoudelijke oproep, laten we monter verder strijden:
Een slagveld van strijd en schaarste
Een jaar geleden alweer ging Nederland naar de stembus en - geholpen door een zekere rugwind van de gruwelen van 7 oktober in Israël - werd de PVV met 37 zetels groter dan wie dan ook verwacht had, Geert Wilders incluis. Een onmogelijke formatie-opgave was het gevolg, vooral omdat de diametraal tegenover de PVV gepositioneerde denkers van Nieuw Sociaal Contract met twintig zetels eveneens aan tafel kwamen. De VVD nodigde zichzelf ook maar uit, want die willen altijd iets voor zichzelf, maar de enige partij die naast de club van Wilders nog een beetje buiten de bestuurlijk-bureaucratische navel leeft en op de normale mensen-lijn zit, is de BBB.
Het werd dientengevolge een lange mars door een woestijn van gortdroge rechtsstaatverklaringen, wisselende (in)formateurs en veel publieke uitingen van emotioneel en onvolwassen sentiment, zowel op het Twitterkanaal van Geert als uit de kelen van Pieter en Dilan. Ook het doe maar normaal-gemoeder van Caroline krijgt onderhand toch wat vervelende trekjes. Als een soepbord van ondiepe gedachten over (politieke) omgangsnormen.
Ronald Plasterk, de volwassen begeleider die het groepje bijeen moest houden, kwijtte zich iets te goed van zijn taak en kreeg daarom de deugdolk van de professionele karaktermoordenaars van NRC Handelsblad in de rug, precies op het moment dat het gerucht ging dat hij premier van deze coalitie kon worden. Vervolgens kwam ene Dick Schoof uit de coulissen geschuifeld. Onwennig onder de spotlights wekt hij sympathie, maar dat verhult wel dat hij inhoudelijk veel te goed is beslagen als voormalige ambtelijk directeur van diverse inlichtingendiensten: Dick is een exponent van de Nederlandse Deep State.
Is het wel zo verstandig om die kennispositie direct aan zo veel minister-presidentiële macht te koppelen? Nederland is eeuwig naïef over zulke zaken en vragen stellen leidt al snel tot verwijten van complotdenken.
Maar waar Wilders buiten de debatten in de Tweede Kamer nauwelijks in staat lijkt een normale volzin te formuleren om een beleidswens te onderbouwen, staat Schoof vooralsnog juist met veel te veel ongemak en geduld te stamelen voor de plopkappen van de parlementaire pers. De mainstreamers van de NPO en de kranten van de Vlaamse uitgeefkartels eisen van hem continu op alles een verantwoording aan ‘de rechtsstaat’, niet omdat ze die zelf zo goed begrijpen maar omdat die term hét modewoord van dit politiek-populistische seizoen is geworden.
Ook de oppositie - aangevoerd door het arrogante politieke construct Rob Jetten en de volgevreten door een maagband verkleinde salonsocialist Frans Timmermans - verlaten zich continu op de vermeende schendingen van het juridische staatsbestel omdat het kabinet Wilders I, pardon: Schoof I een asielcrisis wil uitroepen en daarvoor een noodwet probeerde te verzinnen.
Een noodwet daadwerkelijk opstellen en indienen had wellicht beter kunnen werken dan er eentje veinzen, maar daarvoor ontbeerde asielminister Marjolein Faber helaas de politieke handigheid, het bureaucratische netwerk en de ambtelijke meewerking. Dus kleunde ze van twitterfilmpje naar plopkapmoment met beweringen dat ze keihard werkt aan het strengste asielbeleid ooit, terwijl er nog geen serieuze, juridische toets-bestendige letter op wetspapier staat.
Een en ander is - met dank aan coalitie-ondermijnende tegenwerking door het NSC - gestrand in een soort polderpapiertje waarop enkele kleine ingrepen de schijn van een grootse aanpak moeten wekken.
En dan nog is het de vraag of deze door de Kamer komen, want de praattafels lopen inmiddels ook over van voormalige VVD-politici die luidkeels afstand nemen van de deelname van hun eigen partij aan aan dit krukken-kwartet dat zich een extraparlementaire coalitie noemt.
Het gemodder van Marjolein Faber en de vele inlegvelletjes die samen een beleid moeten veinzen, tekenen deze coalitie. Ook PVV-collega Fleur Agema (om er maar eentje te noemen) lijkt als minister van Volksgezondheid bijvoorbeeld plots vóór alles te staan waar ze als betrokken en gedreven oppositiepolitica zo tegen was. Ziekenhuizen sluiten, zorgpremie omhoog, eigen risico niet omlaag, en waar ze bureaucratie in de zorg wilde bestrijden om voor meer handen aan het bed te kunnen zorgen, mompelde ze onlangs iets over de inzet van meer artificial intelligence bij de uitvoering van zorgtaken.
Nou. Zeer benieuwd naar het eerste algoritme dat bejaarde doorligbillen kan wassen!
Ook Reinette Klever, eveneens PVV en minister van Ontwikkelingshulp, krijgt het bijvoorbeeld niet voor elkaar om de miljoenensubsidie aan UNRWA te stoppen, ondanks de onduidelijke besteding van onze hulpgelden aan een organisatie die aantoonbare banden heeft met Hamas. Israël heeft al diverse terroristen uitgeschakeld die (ook) voor de VN-organisatie werkten, maar het departement van Klever maakt in januari gewoon weer 19 miljoen euro ontwikkelingshulp over voor nieuwe tunnels, wapens en islamitische jodenjacht. Om moedeloos van te worden.
Het is niet dat Faber, Agema of Klever een intrinsieke onwil aan de dag leggen - ze lopen zich vooral stuk op het Haagse cliché dat ‘de politieke realiteit’ heet. Bestuurlijk Nederland is zo diep in de eigen navel verdwaald, dat zelfs een verkiezingsuitslag die een felle zaklamp op de wens voor verandering heeft gericht, geen weg naar buiten kan wijzen.
Internationale politieke verdragen behangen de enige begaanbare wandelgangen, ambtenaren houden alle zijdeuren naar alternatieve oplossingen gesloten en de mainstream media bewaken gezagsgetrouw dat het politieke debat louter in tikkies breed gevoerd blijft worden: het gaat zelden over iets anders dan de toon, de vorm of het fatsoen van woordjes, tweetjes en tweestrijdjes.
En van iedereen wordt continu verwacht dat er afstand genomen wordt van alle anderen, met name van de X-uitingen van Wilders.
Hoop, lef en trots?
Van de titel van het hoofdlijnenakkoord van deze coalitie - Hoop, Lef en Trots - is in een politieke praktijk van kan niet, mag niet & durven we niet echt nog helemaal niets terug te vinden. Het is een drama, misschien wel een tragedie, en het valt te vrezen dat het ook niet snel beter zal worden.
Om te beginnen is dit kabinet überhaupt geen kabinet. Het zijn vier partijen waarvan de leiders elkaar niet pruimen, en die vooral met zichzelf bezig zijn. Lientje en Geert, dat gaat nog wel samen. Maar Dilan Yesilgoz is een opgedirkte pop in de etalage van de liberale partijbaronnen die nog altijd de scepter zwaaien over een politieke confectiezaak, waarin een hele grote foto van Mark Rutte als Medewerker van het Millennium nog een enorme schaduw werpt over niet alleen de VVD zelf, maar het hele land.
Hoe denkt u dat een lankmoedige partijlaaf as Ruben Brekelmans (die jarenlang als Kamerlid mocht acteren dat de VVD echt heus waar een superstrenge en zeer asielkritische partij was terwijl, de instroom van nauwelijks te integreren migranten groter en groter werd) anders als piepjong ministertje van Defensie kon worden aangesteld? Vanwege zijn intrinsieke kwaliteiten als geopolitiek strateeg en diplomatiek genie op een van de meest gevoelige departementen in tijden van grote oorlogen in het nabije Europese- en Arabische Midden-Oosten?
Natuurlijk niet. Het is in de eerste plaats een beloning voor zijn ondankbare maar trouw uitgevoerde corvee van de afgelopen jaren, maar veel meer nog is hij de open lijn tussen de VVD in dit kabinet en Rutte’s nieuwe NAVO-functie. De positie van Mark wordt vanuit Nederland goed geschraagd (met miljarden voor Defensie en Oekraïne in het bijzonder); de altijd in eigen belang denkende liberalen hebben daarmee vooral hun eigen posities goed bewaakt.
Dat belangen bewaken heeft NSC tijdens de formatie ook goed gedaan, want die hebben hun diplomatieke piketpaaltjes weten te slaan in belangrijke departementen als Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Sociale Zaken. De VVD heeft behalve Defensie ook Justitie geclaimd, evenals de allerbelangrijkste post: Financiën. De pot met geld ligt na de afgelopen vijftien jaar ook nu nog steeds primair bij de VVD, terwijl dat een partij is waarover je überhaupt de vraag moet stellen of die na de schandalige en schaamteloos opportunistische omgang met het Toeslagenschandaal onderhand niet eens een paar jaar in de oppositie zouden moeten wegkwijnen.
NSC kon wel van Wilders verlangen dat hij rechtsstatelijke voorwaarden ondertekende voordat de coalitie beklonken kon worden, maar de VVD is de werkelijke en tamelijk grootschalige schender van burgerrechten geweest in de afgelopen jaren.
De politieke power om de eigen belangen (beter) te behartigen zie je bij BBB en PVV veel minder. In het formatieproces is de BBB al niet heel slim geweest om zowel Landbouw (de B van Boer) als Volkshuisvesting (de B van Burger) te willen vergaren: twee departementen die qua doelen en belangen eigenlijk lijnrecht tegenover elkaar staan, qua B van Beweging.
Nederland verkeert immers in een situatie van grote schaarste: we komen gigantisch veel huizen te kort maar stoten (kennelijk) stikstof te veel uit. Als je beide zaken op wilt lossen zul je dus landbouw moeten inperken om huizen te kunnen bouwen. Of je strijdt voor het behoud van landbouw, maar dan komen er nooit voldoende nieuwe huizen - een missie die sowieso al schier onmogelijk lijkt.
Linksom of rechtsom dreigt electorale schade voor BBB, wiens bewindspersonen onderling tot overeenstemming zullen moeten komen. Want: internationale verdragen, klimaatdoelen en (door activisme gedreven en bewaakte) juridische beperkingen voorkomen dat alle plannen tegelijkertijd kunnen. Ze zijn gebonden, en hebben zichzelf daar ook nog eens in opgesloten.
Niet alleen politiek nogal onhandig, maar ook een bewijs dat dit kabinet geen ruimte zoekt voor hun eigen plannen, het vecht vooral over een enorme politieke schaarste.
In een normaal kabinet zou het natuurlijk niet bijzonder veel moeten uitmaken wie op welk departement z’n bewindspersonen parkeert, want een stevig regeerakkoord kan onderlinge concurrentie voorkomen en eensgezindheid bewaken. Maar dit is geen normaal kabinet. Dit collectiefje wordt - door henzelf - extraparlementair of buitenparlementair genoemd. Het lijkt echter vooral een ieder-voor-zich positiespel.
Een spel waarbij zeker de VVD de ogen vanaf dag één op de vólgende verkiezingen heeft, NSC nog bezig is te ontdekken wie of wat ze zelf eigenlijk zijn (een klus die alleen maar lastiger werd sinds Pieter Omtzigt ziek thuis zit), BBB domweg te onervaren is en de PVV eigenlijk maar één doel voor ogen heeft: minder minder minder migratie - een wens die overigens steeds meer kiezers lijkten te delen.
Cijfermatig risico op culturele ontwrichting
Wat wat wil het toeval, dat helemaal niet zo toevallig is? Dat migratie hét grootste onderwerp is geworden in het maatschappelijk discours - ondanks de hardnekkige pogingen van pers en progressieve middenpolitiek om dat onderwerp tot onbelangrijke bijzaak te willen verklaren, of degenen die het wel willen bespreken tot populista non grata te brandmerken. De recente reacties op het nieuwe boek Migratiemagneet Nederland van dr. Jan van de Beek, waarbij een deel van sociaal-wetenschappelijk links volledig bananas ging op zijn onderzoek naar migratiecijfers en -kosten, is daar een glashelder voorbeeld van. Uiteraard was de heersende retoriek dat ‘de buitenlanders de schuld van alles krijgen’.
Maar hoe je het ook wendt of keert: de schaarste die Nederland gijzelt, is wel echt (mede) een trickle down effect van niet alleen een te beperkte politieke visie en jarenlang nalatig beleid, maar ook van (te veel) migratie: alleen al in 2023 arriveerden zo’n 125.000 migranten in een jaar, die daarmee verantwoordelijk waren voor de volledige bevolkingsaanwas want Nederland heeft zelf sinds enkele jaren een negatief geboortecijfer.
En nee, toevallig passerende policor-lezer die meteen wil stampvoeten of in een boze lezersbrief de scalp van schrijver dezes wil eisen: die toenemende schaarste in ruimte, woningen, voorzieningen én sociale bereidwilligheid komt dus niet alléén door asiel- en gelukszoekers, hoewel het qua volksgemoed bepaald niet helpt dat statushouders voorrang krijgen op een extreem schaars geworden goed als woningen. De schaarste komt ook door arbeidsmigratie. Dat gaat eveneens om een boel mensen ‘van buiten’, die net zo goed onderdak en voorzieningen verlangen of - in de hogere expat-segmenten - voor prijsopdrijvende effecten zorgen in krappe, voornamelijk stedelijke woningmarkten.
Wilders heeft op één punt zijn poot stijf gehouden en dat is op zijn wens voor ‘het strengste migratiebeleid ooit’. De rest van politiek, bestuurlijk, ambtelijk en een groot deel van opinie-sturend Nederland koestert echter precies het tegenovergestelde verlangen: er lijkt geen enkele behoefte aan instroombeperking te zijn, ondanks dat 900.000 van de laatste 1 miljoen nieuwe Nederlanders een migratieachtergrond heeft, een cijferverhouding die binnen afzienbare tijd (laten we zeggen: ongeveer één generatie) een cultureel ontwrichtend effect zal hebben waarvan vele voortekenen nu al zichtbaar zijn.
Hoe je het ook wendt of keert: het zal er domweg niet gezelliger op worden in het ooit zo gezapig-liberale maar tolerant vrije Nederland.
Maar sssst, daar mogen we het niet te veel over hebben want voor je het weet spelen we Wilders nog verder in de kaart, en die peilt ondanks al het politieke gebeun, communicatieve gekleun en paniekerige Catshuis-gesteun al zo hoog sinds de verkiezingen.
Even terug naar de politieke realiteit van dit kabinet, dat het niet is. Voor velen is het een veilige gedachte dat Schoof I een wankel en vooral zeer tijdelijk experiment lijkt, zeker op progressief links en in de mainstream media-kringen - zeg maar de hoeken die zich sinds een jaar plotseling enorm bekommeren om de rechtstatelijkheid van een politieke coalitie, een zorg waar ze verdomd weinig interesse in hadden toen tienduizenden onschuldige burgers vermorzeld werden door de ‘rechtsstaat’ van VVD-bestuurders of de Raad van State, waar D66’er Thom de Graaf de scepter zwaait.
Minder PVV-invloed is hen allen immers een lief ding, en het laten mislukken van dit kabinet is niet alleen een streven van de oppositie: iedereen die graag zijn vroomheid wil etaleren, is anti-Wilders. Als je echt mee wilt tellen, noem je hem een racist of fascist en schilder je Marjolein Faber ook nog even af als een moderne Eva Braun of de reïncarnatie van het bruinrechtse icoon Florrie Rost van Tonningen.
Catshuis-crises, inlegvelletjes en twitterfophef
De aversie tegen dit kabinet die velen zo luidkeels laten blijken, neemt echter niet weg dat dit politieke soepzooitje daadwerkelijk op een doodlopend spoor zit. De BoerBurgerBeweging is niet onsympathiek, maar ook niet slim genoeg. Lientje is een alleraardigste dame voor wie van ‘normaal doen’ houdt, maar politiek gezien vooralsnog niet veel meer dan een anekdote in de parlementaire geschiedenis.
De voorheen liberale VVD is uitgehold door een heel voos cynisme dat een machtsbelang boven een collectief belang stelt, en waarin nauwelijks nog politici met een principieel beslag lijken te bestaan. Dilan Yesilgöz is er sowieso geen, dat is de Kamala Harris van de Tweede Kamer: bij toeval omhoog gevallen zonder ooit één goed doordacht politiek of maatschappelijk vergezicht te formuleren. Neoliberalisme, noemen sommigen het. Platte marketing van populistische klikbeet, is het vooral. Of nou ja, plat: Dilan doet het op pumps, om het nog een beetje sexy & sophisticated te doen lijken.
Nieuw Sociaal Contract is daar tegenover weer zo verdomde vroom dat het bijna aanstootgevend is, met hun permanente interne verdeeldheid over morele kwesties, die zo luidkeels en dramatisch verzucht worden dat je een beeld krijgt van matige actrices die iets te dramatisch hun hand richting het voorhoofd bewegen om een appelflauwte te faken. Zeker sinds partijleider Omtzigt (die om prangende gezondheidsredenen dit avontuur sowieso aan zich voorbij had moeten laten gaan) helaas weer in de lappenmand ligt, is goed zichtbaar hoe NSC als nieuwe partij sterk getekend wordt door een gebrek aan politiek lef en aldus gegijzeld wordt door de naargeestige sociale correctheid die zo veel mensen en instanties in gijzeling houdt.
Ze zijn zo bang om iets verkeerd te zeggen, dat ze überhaupt niet lijken te weten wat ze dan wél moeten zeggen. Het leidt tot de besluiteloosheid van een gepest kind dat om alles ineenkrimpt, bang om klappen te krijgen als het te veel opvalt. En dat leidt weer tot interne afvalligen, van Achahbar in het kabinet tot Hertzberger in de Kamer.
Maar gelukkig voor al die cynische VVD’er en eigenheilige NSC’ers is er dus altijd nog de PVV om flink tegen tekeer te gaan, want de partijleider van die eenmansbeweging twittert er lustig en zonder aanziens des persoons nog altijd lekker op los. Niet alleen moeten de grenzen dicht, zelfs Femke Halsema mag het land uit en hoewel dat als een vreselijk aantrekkelijk idee klinkt, leidt het natuurlijk louter tot strontvervelende jammerklachten over toon en vorm en - u raadt het al - tot strenge rechtsstatelijke vragen. Want als een burgemeester zich zo persoonlijk met haar ambt vereenzelvigt, is kritiek op haar dan eigenlijk geen ondermijning van het gehele instituut?
Zoals een interviewster van de NOS onderstreepte in een interviewtje met Wilders, lijken ook veel journalisten inmiddels te dom om het verschil tussen poppetje en positie te onderscheiden. Wat rest, is fophef. Dagenlange, steeds weer terugkerende fophef. Maar hoe gemakkelijk het is om af te geven op de media, deze Groundhog Day-situatie maakt niet alleen de pers tot een treurig obstakel richting beter beleid: het onderschrijft óók dat de PVV te incompetent is om wat realiteit terug in het landsbestuur te krijgen. Het wil Geert Wilders maar niet lukken boven zijn eigen twitteraccount uit te stijgen.
Nu het bange en onbetrouwbare NSC zich ná het ondertekenen van het hoofdlijnenakkoord alsnog tegen de asielnoodwet van de PVV heeft gekeerd, en premier Schoof vooralsnog niet doortastend genoeg is om korte metten te maken met zowel zijn eigen ambtelijke voorzichtigheid als het constante (media-) gedrein om brave goedertierenheid en politieke correctheid, loopt de spanning in dit kabi-nep steeds verder op. We zijn nu al in de fase van de Catshuis-crises en de inlegvelletjes, die door de afzonderlijke partijen allemaal aan hun achterban verkocht worden als winst, vooruitgang en vertrouwen. Maar iedereen ziet dat ze nooit alle vier tegelijk gelijk kunnen hebben - allemaal zien we ook hier de politieke schaarste waar de vier partijen om vechten.
Het zou best lang kunnen duren, deze verhouding die een midden houdt tussen een politieke impasse en de status quo, maar uiteindelijk gaat het helemaal nergens heen - behalve, uiteindelijk, weer naar de stembus.
Waarna een nieuwe impasse zichzelf zal aandienen.
Een mausoleum voor goed bestuur
Wellicht wordt de PVV volgende keer nog groter, maar de kans dat Wilders dan wel zal gaan regeren, zal eerder kleiner zijn. Als dit vehikel ploft, zal zelfs de VVD niet nog eens met hem om de tafel gaan (getuige ook de gretigheid van prominenten om nu alvast in de media hun afkeer duidelijk te maken). Ook het CDA van Henri Bontenbal kun je op voorhand in het rijtje onwilligen schrijven voor een nieuwe PVV-coalitie, om over de partijen van Timmermans en Jetten maar te zwijgen.
De kans bestaat daarmee dat de PVV de grootste oppositiepartij ooit wordt, die een coalitie van zes, zeven nieuwe gelegenheidsvrienden de maat zal moeten gaan nemen in wat opnieuw een wankel bestel wordt van partijen en poppetjes die elkaar - gewillig bediend en geholpen door de pers - op verontwaardigde toon op tweetjes en woordjes en sneertjes zullen bijven betuttelen.
Allez, nu zijn we nog bij het huidige kabinet Schoof I, dat het dus niet is, en niets gaat oplossen waar mensen wel om vragen. Doen ze het wel, wordt de oppositie woedend. Doen ze het niet, lacht de oppositie hen uit. Je kan niet winnen maar wel verliezen.
Er zal geen duidelijkheid komen over de woningmarkt, migratie zal oncontroleerbaar blijven (of gehouden worden) en verdragen van vijftig, zestig, zeventig jaar oud die al lang niet meer voldoen in deze eeuw, zullen de leidraad blijven voor besluiteloos beleid.
Wel zullen burgers met steeds meer belastingen en beperkingen geconfronteerd worden om de groeiende schaarste binnen het morele debat, de fysieke ruimte en de peperdure verzorgingsstaat te managen. Betalen, om de suggestie van politiek management in stand te houden. Zolang we investeren, valt het niet om - ook al investeer je nog slechts in pleisters en plakband.
De politieke werkelijkheid is een koortsdroom. Zwetend, rillend en vooral ijlend strompelt het land voorwaarts. Den Haag krijgt steeds meer kenmerken van een mausoleum voor goed bestuur.
Om dit sombere essay desondanks niet als grafrede af te hoeven sluiten, kan nog wel enige balsem worden aangebracht: terwijl Nederland een politieke stilstand en sociaal-maatschappelijke achteruitgang beleeft, zijn steeds meer landen die een groter gewicht dan Nederland op de internationale schaal kunnen leggen hun koers aan het verleggen, omdat kiezers hun democratische mandaat uiteindelijk niet zonder slag of stoot uit handen willen geven, hun vrije en open samenleving willen behouden of de gijzeling door het progressieve globalisme willen doorbreken. En dan gaat het niet alleen om Amerika, waar Donald Trump een overtuigende verkiezingszege boekte en aan de vooravond van een tweede termijn in het Witte Huis staat.
We zien het ook in Europa. Dat de Britse bevolking het wanbeleid van hun bestuurders beu is, zagen we afgelopen zomer toen onderhuidse spanningen zich kortstondig maar hevig in de straten lieten zien. De huidige Labour-regering kan inmiddels op nog meer hoon rekenen dan de falende Conservatieven voor hen - mensen willen echt een verandering.
In Duitsland keert het tij zich steeds sterker tegen Merkels gigantische ‘Wir Schaffen Das’-blunder. Italië heeft met Giorgia Meloni een premier die niet alleen de praatjes heeft over migratie, maar ook de daadjes lijkt af te dwingen. Zelfs Frankrijk staat op het punt een rechtsere afslag te nemen.
En hoezeer Brussel ook een boeman wil maken van Viktor Orbán, de opt-out voor migratie die ook Hongarije in navolging van Nederland probeert af te dwingen in de Europese Unie, tekent de versnelling van een politieke kentering die al langer gaande is. Denemarken ging ons immers al voor en zelfs het hyperprogressieve Zweden heeft de migratieteugels in korte tijd strakker aangetrokken.
Zelfs de Nederlandse bestuurlijke elite, met hun vale klerkenkliek van pennenlikkende puddingruggen, deugzieke inktkoelies en canceldriftige subsidiestrijders, zal uiteindelijk een weg uit de eigen navel moeten vinden.
Hopelijk zal het op tijd zijn om de democratie en rechtsstaat te bevrijden uit de tengels van de altoos slinkende groep achterhoedestrijders en ambtelijke nay-sayers die hem nu in een morele gijzeling houden. Maar ook tijdens stilstand is verandering een constante en die beweging tekent zich steeds sterker af. Wat we daarvoor wel echt heel dringend nodig hebben, behalve een stabiel kabinet dat het oog op de bal heeft, zijn politieke leiders die boven hun eigen vroomheid, eigenbelang, platvloersheid en ook hun eigen twitterkanaal kunnen uitstijgen.
Zeg maar een aantal mensen met hoop, lef en trots.
Geweldig geschreven en je proza is weer grandioos genieten :) Om het volledig te maken, voeg ik er graag nog het financiële probleempje aan toe: de lege schatkist. Onder Rutte III en IV is er buitengewoon veel uitgegeven, waardoor feitelijk alle bezuinigingen uit het tijdperk van Rutte I niet alleen ongedaan zijn gemaakt, maar de situatie zelfs is verergerd. De staatsschuld is terug op het niveau van de kredietcrisis, de woningnood heeft geleid tot torenhoge huizenprijzen en daarmee de hoogste hypotheekschuld van Europa.
Daarnaast sleuren we op Europees niveau ook nog €8000 miljard ECB schuld mee, ontstaan door onder meer jarenlang oplopen van slechte leningen uit Italië en Griekenland (quantative easing) . Het geld is op en anders dan in 2012 is er nu ook geen ruimte meer om te bezuinigen. We staan aan de vooravond van een enorme crisis zonder financiële ruimte om problemen aan te pakken. Dit heeft geleid tot totale verlamming in Den Haag. De overheid functioneert feitelijk alleen nog als een gigantisch overhevelingsapparaat. Verder is alles volledig gestagneerd. Ik ben het met je eens dat de afwezigheid van kennis en kunde bij een (groot) aantal bewindspersonen in Den Haag voor veel problemen zorgt. Maar zonder geld is het ook vrijwel onmogelijk om hier nog zonder kleerscheuren uit te komen, zelfs al zouden ze deskundig zijn. 😉
Moet dat nou, mij zo somber maken. Helaas wel een treffende beschrijving van de situatie waarin we verkeren. Bart heeft vaak een eye opener, deze keer dat alleen BBB en de PVV uitdragen wat de meerderheid van de bevolking wil. En ook de waarschuwing dat we steeds meer belasting moeten gaan betalen, dat laatste lijkt grenzeloos. Dit stuk zou in de NRC moeten worden ge[plaatst en dan kijken wat voor ingezonden brieven er komen, zou interessant zijn. Het positieve is wel dat de discussie langzamerhand opengebroken wordt. Je zou zeggen op deze manier kunnen we als land toch niet doorgaan. Anderzijds, soms denk en vrees ik dat ons land op de instabiele Zuid-Amerikaanse landen gaat lijken, met veel criminaliteit en onmachtig bestuur door het verlies van onze eeuwen oude houding gemeenschappelijk de dijken te onderhouden.