Groter zijn, groter zijn, groter zijn. Je moet groter zijn als je de morele bovenliggende partij wilt blijven. Dat is wat de eerste uren, tijdens het binnendruppelen van de eerste beelden, steeds door mijn hoofd ging als boodschap voor Israël.
Maar het binnendruppelen van beelden werd een stroom, en de stroom kleurde roder en roder. Rood van het bloed, rood van de waas van woede en verbijstering. De waas van waanzin bij de vijanden van de joodse staat, de waas van wraakzucht die slachtoffers voelen in hun reflex om zich weerbaar te tonen.
Hoe kún je de grootste zijn in een conflict waarin op een festival feestende jongeren worden opgewacht en afgeslacht, gezinnen met jonge kinderen in hun huizen worden vermoord, bejaarden bij bushaltes door het hoofd worden geschoten, huisdieren worden afgeschoten, vrouwen en oudjes worden ontvoerd en zelfs de lichamen van slachtoffers meegesleept worden naar het hol van het kwaad, om niet eens als trofeeën te worden geparadeerd, maar als vuil te worden vertrapt.
Een paar dagen hield ik het vol, dat tegen beter weten in proberen te balanceren op de lijn van een conflict met een lange en gecompliceerde geschiedenis, waarin aan beide zijden actoren de dienst uitmaken die niet per definitie een collectief belang voorstaan. Dat tegenover het extremisme van Hamas het fundamentalisme van joodse kolonisten staat. Dat de extreme corruptie van het Palestijnse regime in politieke zin gepareerd wordt door de vuile handen van Bibi Netanyahu, ook al staat het misbruik van humanitaire hulpgelden in geen verhouding tot de ‘typisch westers democratische’ machtspolitiek waaraan de Israëlische premier zich schuldig maakt.
Ik wilde mijn balans bewaken, dat aan beide zijden onschuldige mensen ingeklemd zitten tussen andermans ideologische doelen, ook al ben ik er van doordrongen dat er beduidend minder onschuld aan Palestijnse zijde bestaat dan onder de Israëlische bevolking. Joden voeden hun kinderen niet op om Palestijnen te haten, ze voeden ze op om zich indien nodig weerbaar op te stellen tegen vijanden. Palestijnen voeden hun kinderen wél op om joden te haten - de beelden van Palestijnse kinderprogramma’s die antisemitisme in kinderhoofdjes proppen of de fotoseries van gewapende en in militaire tenue gehesen (jonge) kinderen moet iedereen toch onderhand wel eens gezien hebben?
“We can forgive [the Arabs] for killing our children. We cannot forgive them for forcing us to kill their children. We will only have peace with [the Arabs] when they love their children more than they hate us” - Golda Meir, premier van Israël tussen 1969 en 1974
Je kan niet verlicht zijn als je gedreven wordt door wraak, is waar ik aan probeerde vast te houden. Echter, hoe meer beelden verschenen, hoe sneller deze naïviteit me weer begon te verlaten.
Niet alle moslims koesteren een wens om Israël te vernietigen, maar een paar Iraanse voetbalsupporters die ik in een videootje “steek die vlag maar in je reet” zongen toen de Palestijnse kleuren getoond werden in een stadion in Iran, wegen niet op tegen de ontelbare video’s van feestvierende moslims én hun (westerse) collaborateurs. Het meldpunt waar burgers van de Verenigde Arabische Emiraten mensen met Hamas-sympathieën kunnen aangeven ook niet. Want uit veel meer gaten en holen doken beelden op van Hamas huldigende, met Palestijnse vlaggen zwaaiende en Allah Akbar roepende moslims, zoals in de compilatie hieronder bijeen geplakt. Van Rotterdam en Kopenhagen via Berlijn en Toronto tot New York, London en Birmingham: overal vierden (voornamelijk) moslims de verschrikkingen in Israël.
Andersom heb ik nog nooit joden op vergelijkbare wijze zien feesten na Israëlische barrages op de Gazastrook. Een moreel bovenliggende partij viert geen bloedvergieten. En een partij die bloedvergieten als morele doelstelling heeft, zal nooit een bovenliggende partij worden. Maar ze mogen dan ook geen beroep meer doen op de onderliggende rol van underdog of slachtoffer.
Nog ergerlijker was derhalve hoe de (Nederlandse) politieke en journalistieke reacties en commentaren zich ontwikkelden, want de mate waarmee met het vermeende slachtofferschap van de Palestijnen geparadeerd wordt in de media, is meer dan cognitieve dissonantie. Het grenst aan kwaadaardigheid maar tekent sowieso een angst en lafheid die me een benauwd en beklemd gevoel geven. Is het westen nog wel in staat zichzelf overeind te houden, als het niet eens meer bereid lijkt die doelstelling hardop uit te spreken?
In Rotterdam kan vrijuit vóór de Palestijnse zaak gedemonstreerd worden, een uiting van intolerantie die we ons als bovenliggende partij moeten laten welgevallen als we de betere, meer verlichte en meer beschaafde partij willen zijn. Maar dat daar tegenover geen Israëlische vlag gehesen werd in Rotterdam, verried een lafheid die me met stomheid geslagen heeft. Als je louter de intoleranten aan het woord laat binnen de vrijheid die je ze geeft, zonder zelf je eigen vrijheid aan te grijpen om deze mensen van repliek te dienen op hun standpunten (als je hun wens tot bloed, genocide en vernietigen überhaupt ‘standpunten’ kunt noemen), leven we dan nog wel in een vrij land? Of specifieker op dit geval toegespitst: zijn joden nog wel vrij en veilig in ons land? Hans Teeuwen vroeg het zich kernachtig af, maar het antwoord ligt ook besloten in het feit dat joodse scholen - die al tot halve forten zijn verbouwd - vrijdag hun deuren gesloten houden, omdat islamitische geestelijken hebben opgeroepen tot wereldwijde acties tegen joden.
Het Palestijnse vlagvertoon in westerse straten, de zwakke verweren over ‘twee kanten’ en de soms ronduit openlijke kritiek op Israël (en niet Hamas) lieten zien dat de maskers van morele verwerping die na Charlie Hebdo en Bataclan door velen nog gedragen werden, nu niet eens meer werden opgezet. Het kostte opvallend veel mensen echt té veel moeite om de kinetische haat van Hamas te veroordelen zonder daar een ‘ja maar’ achteraan te lispelen. Johan Derksen, nota bene, bewees hoe makkelijk het is om hardop de gedachte te formuleren dat ‘de joden het over zichzelf afroepen’.
Toen moest het allerergste nota bene nog komen: de vermeende veertig dode baby’s die vermeend zouden zijn onthoofd. Ineens gingen diverse journalisten van bekende en gerenommeerde media (zoals Ana van Es van De Volkskrant of Eelco Bosch van Rosenthal van Nieuwsuur) zich hardop afvragen waarom het verhaal van die baby’s zonder bewijs werd gedeeld door andere media en via sociale media. Alsof alle bloederige beelden die tot dan toe naar buiten waren gekomen, niet zo heel schokkend waren. Alsof er nog een soort gelijkspelletje tussen Hamas en Israël geconcludeerd kon worden als het “slechts” bij een paar honderd dode jongeren, afgeslachte gezinnen en ontvoerde kinderen en bejaarden was gebleven.
Het was zo het zich laat aanzien zelfs naïef van mij om te denken dat bloederige aanslagen, verkrachtingen en vernederingen van en op kinderen, bejaarden en huisdieren al voldoende humanistische ondergrens is voor een collectieve en onvoorwaardelijke veroordeling, maar kennelijk ligt dat anders wanneer de slachtoffers keppeltjes dragen.
Niet alleen was het verhaal van de dode baby’s onmiddellijk plausibel omdat ten eerste niemand aan welke zijde dan ook baat had bij, of een propagandanoodzaak had aan, het nóg gruwelijker maken van wat tot dusver al bekend was. Ten tweede werden de berichten niet anoniem verspreid, maar kwamen ze bij monde van hulpverleners en legerbronnen via verslaggevers naar buiten. En tot slot hebben de toch echt niet zo lang geleden gepleegde genocidale daden van ISIS laten zien waartoe mensen met zo veel ideologische haat in hun hart in staat zijn?
Maar nee, Ali Baba’s veertig baby’s werden een twistpunt waarop zo’n beetje de gehele ernst van de kwestie balanceerde. En zelfs toen officiële overheidskanalen het bericht bevestigden en ook Joe Biden er wat over mompelde, toen nóg zag je mensen twijfelen. Kennelijk moetsen die babylijkjes, zij het intact of zij het in stukken gesneden, echt eerst aan de wereld getoond worden voordat de cognitief dissonanten willen aannemen dat het waar zou kunnen zijn. Het verhaal is vandaag met visueel bewijs bekrachtigd, maar de vraag is dus: wat doet dat er toe in de bredere context van wat we al wél gezien hebben aan bloed, bloeddorst en barbarij?
(Dezelfde cognitief dissonanten doen sowieso al een week hun best - gesteund door de Europese Unie - om een zweem van desinformatie rond alle berichtgeving uit Israël te laten bestaan, want ongefilterde informatie is een gevaar voor ieder regime, of dat regime nou in Iran of Turkije zetelt, een Vlaams mediakartel en de staatsomroepen in Nederland is, of een antidemocratische moloch in Brussel.)
Het is al zo lang ik me kan heugen hetzelfde liedje met dergelijke lieden: we zijn in het westen zo verschrikkelijk verwend met veiligheid, secularisme en de leven en laten leven-tolerantie die onze levens bepaalt, dat we simpelweg niet meer kunnen accepteren dat sommige mensen en sommige overtuigingen ongeneeslijk zijn. Wij halen verknipte monsters als Michael Panhuis, de moordenaar van Anne Faber, niet voorgoed uit de samenleving: wij denken dat we hem kunnen ‘genezen’ - waarop hij prompt zijn meest zieke daad tot dusver beging.
Zo kunnen en willen we het ook nog steeds niet begrijpen dat wanneer een radicale ideoloog beweert dat hij je kop er af wil snijden, je hele volk wil uitroeien en je land van de planeet wil vagen, dat zo iemand dat best eens letterlijk zou kunnen menen. Zeker wanneer de daders door zo veel mensen juist als slachtoffer worden gezien, wil het er maar niet in dat een jihadist écht een martelaarswens koestert tegenover het Oude Volk. In onze westerse reflectie zul je sneller lezen dat we te weinig stageplaatsen en economische kansen hebben geboden, of dat de wereldse welvaart te ongelijk is verdeeld, dan dat we accepteren dat haat een van binnenuit opgestookt vuur is binnen sommige religies en ideologieën.
En dan vooral bij die ene specifieke ideologisch gedreven religie. Die ene waar Hamas zijn brandstof haalt. Hetzelfde Hamas dat - met steun van diverse andere islamitische groeperingen en regimes - letterlijk in haar eigen beginselverklaring heeft opgeschreven dat hun eindoplossing het uitroeien van Israël en haar bevolking is. Hoe beangstigend naïef het is om te denken dat ze dat niet menen, wist - wederom - Hans Teeuwen ook al zo goed onder woorden te brengen:
Om tot besluit de vraag in mijn eigen onderkop te beantwoorden: nee, je kunt niet altijd groter zijn door kleiner te reageren. Als je vijanden jouw vernietiging letterlijk tot doel hebben verklaard, dan ben je gedwongen om af en toe groot te reageren door jezelf juist gróter te maken. Fysiek. Kinetisch. Met kracht en overtuiging. En heel veel wapens en munitie. Want dat is de enige taal die een vijand spreekt die ieder overleg frustreert, elke vredesbespreking afwijst en alle middelen die ze tot hun beschikking hebben (én krijgen van westerse naties, organisaties en instanties) omsmelten tot wapens voor hun stijd.
Als je het daarin over balans wilt hebben, verwijs ik met liefde naar een podcast c.q. blog van Sam Harris, die (wat mij betreft onweerlegbaar) uiteen gezet heeft hoe Israël zelfs in het gebruik van geweld de morele bovenliggende partij is: waar de Palestijnen gedreven worden door fanatisme, worden de Israëli’s gekenmerkt door hun terughoudendheid:
To see this moral difference, you have to ask what each side would do if they had the power to do it - Sam Harris in “Why don’t I criticize Israel?” (2014)
Inzake het Palestijnse Conflict is nagenoeg geen debat meer mogelijk in Nederland. De hazen, we weten hoe ze lopen in deze vicieuze wedloop. De schildpadden van het debat zouden uiteindelijk nog kunnen winnen, maar niet in de acute nasleep van dit extreme bloedvergieten. Velen zijn zo verhit dat ze zelfs denken dat het wel of niet hijsen van een vlag op een ambtenarenbunker in een polderlandse provinciestad een meetbaar effect heeft op (de uitkomst van) een oorlog in het Midden-Oosten.
Een zesdaagse online oorlog later ben ik eveneens al lang van mijn balans gevallen, om onvoorwaardelijk partij te kiezen voor om het even welke vergelding de Israel Defense Forces en de Israeli Air Force orders krijgen van hun landsbestuur. Dat doe ik in het volle besef van mijn eigen tribalisme (die irrelevant is op de schaal der wereldgebeurtenissen) en met de kennis dat een wraakexercitie van Israël óók koran koren op de haatzaaiende molen van Hamas is, zoals mijn huispoliticologe vrouw hier, of de immer helder denkende Harald Doornbos daar hebben geduid.
Zelf hou ik het simpel, met een citaat van een onverbeterlijke politieke boef die ondanks zijn steeds twijfelachtiger geworden reputatie ook ware woorden sprak toen hij zei:
"If the Arabs lay down their arms there will be no more war, but if Israel lays down its weapons there would be no more Israel" - Premier Benjamin Netanyahu, augustus 2006
Als Hamas, Hezbollah en hun handlangers stoppen met schieten, komt er vrede. Als Israël stopt met schieten, zal het vallen. Als Israël valt, heeft het vrije westen gefaald.
In de fabel verliezen de hazen het van hun overmoed en loopt het goed af voor de schildpadden van het debat. In de echte wereld - nog eventjes niet. Maar voor wat het waard is: I Stand with Israel - de bovenliggende partij, ook wanneer ze hun doden vergelden.
Deze week geen hondje van mezelf, maar Bonita, een van de hondjes die door Hamas is afgemaakt afgelopen week.
Ondersteun mijn geschriften. Abonneer maandelijks of jaarlijks via deze link of doe een donatie met de button hieronder. Mijn dank!
Dank je wel voor dit prachtige stuk. Het herbergt een emotie die ik met je deel. Voor mij geen twijfel. Ik sta aan Israëlisch zijde.
Verder wens ik je veel sterkte met het verslaan van al het nieuws. Dat geldt natuurlijk ook voor je collega's. En als ik je 1 ongevraagd advies mag geven : schroom niet om te praten met een professional mbt het gezond houden naam jouw/jullie geest met alles wat jullie hebben te aanschouwen om ons op de hoogte uw houden. 👊🏼
Ja. Je kunt groter zijn door klein te reageren. En lief, Bonita op de ereplaats.