‘Nostalgie is niet iets waar we een toekomst mee kunnen bouwen’, sneerde Frans Timmermans dit weekend naar Ad Melkert in De Balie. In dit geval ging het over de scepsis van Melkert over de fusie met GroenLinks, maar het is een veelgehoord geluid uit de hoek die zichzelf progressief acht: nostalgie heet daar het valse sentiment van het populisme te zijn.
De geur van vroeger is de geur van sigaren voor de mannen in de voorkamer en groene zeep bij de dames in de keuken. Van pepermunt in een loodzware kerk en van bruine luchtjes in gesprekken over buitenlanders aan de bar. De vermolmde meur van een te lang niet geluchte, verstikkende deken. De reuk van conservatisme, al dan niet met den Bijbel.
Links maakt graag een karikatuur van het verleden maar ontkent daarmee dat voor de meeste Nederlanders, zeker die van Timmermans’ generatie, in het verleden meer toekomst is te vinden dan in het heden. In het verleden lag de toekomst nog wijd open, in een land waar je kon struikelen zonder te vallen en dat zowel vrijheid bood als in veiligheid voorzag. Ook, of misschien wel: juist voor homo’s, avonturiers, vrije geesten en paradijsvogels. Dankzij links.
Vroeger werd alles beter
Timmermans is zelf een in het verleden vastgeroeste idealist in ontkenning. De songteksten van zijn favoriete artiest - Bruce Springsteen - druipen van het nostalgisch sentiment. Over auto’s en de meisjes, gemiste afslagen en over het lot gestruikelde kansen. Een Amerikaanse vertaling van de sociaaldemocratie, uit de tijd dat er nog muziek in zat. Socialisme en sjeu. Arbeid en ontspanning. Blue jeans and white t-shirts.*
Timmermans, die door zijn leeftijd wel de ervaring en de woorden heeft maar niet meer de vernieuwende geest om vooruit te bewegen, tracht zelf net zo goed een nieuwe toekomst te bouwen door zijn favoriete verleden te reanimeren. Ook voor hem was vroeger alles beter. Maar vroeger wérd ook alles beter. De PvdA maakte zich tot de grootste, door die verstikkende deken af te werpen, de eigen idealen na te streven en voor velen betere vooruitzichten te materialiseren. Kerken raakten leeg en tochtig, zuilen verkruimelden. Maar de sociaaldemocratie bood ook protectionisme, van het eigene en elkaar.
Wat wordt er op dit moment nog beter voor de onverbeterlijke Nederlander uit de vorige eeuw, als je naar zowel de onstuimige nabije toekomst vol (nota bene door globalistisch links gepropageerde en gesubsidieerde) voet van oorlog als naar de niet zo heel veel verdere toekomst van altoos voortschrijdende culturele en demografische veranderingen kijkt?
Ook ik ben nostalgisch, geworden. Hoe verder deze eeuw van westers verval vordert, hoe meer ik me bewust ben van de onbezorgde en onbezonnen vrijheid van de jaren tachtig en negentig, mijn kinder- en jeugdjaren. De laatste Generatie Telefoonkaart, die grunge rock of hardcore house had tegen de puberale onstuimigheid en bijbaantjes tegen de verveling, en daarom genoeg geld om iedere zomer tien dagen dronken door Renesse, Calella of Cherso te slempen, of over de modderige zonneweiden van de vele festivals. Jaren van eindeloze zomers in een leven dat ook zonder plan toch goede vooruitzichten had.
Voor Nederlanders van de generaties voor mij moet het verleden nog meer verwachting in zich hebben gehad. In de nazomer van 2001 - ik was net twintig - werd de toekomst van de wereldgeschiedenis immers een stukje van koers verlegd, met gevolgen die we tot op de dag van vandaag voelen.
De PvdA was toen al in verval, met de uitverkoop van publieke waarden langs de ‘Derde Weg’ van Blair en Schröder: toen het globalisme eenmaal werd toegelaten, begon het te vreten aan zorg, onderwijs, volkshuisvesting en de publieke voorzieningen. Een vrije markt die niet werkelijk vrij is, onder een staatstoezicht dat niet bewaakt, beschermt of handhaaft.
Wouter Bos die een lege kinderwagen voortduwt voor een geënsceneerde nieuwsfoto (2004), een lullige zonnebril declareert die hij tijdens een dienstreis kwijtraakte (2009) en later - inmiddels zelf zorgbestuurder geworden in die ‘vrije markt’ - ook nog sneeuwkettingen voor een wintersportvakantie (2015). Die derde weg dus, dat is wat er van de sociaaldemocratie geworden is: een cul-de-sac waarin Timmermans nog verder zegt vooruit te willen.
Bestuurd maar niet bevoogd
Maar die oudere generatie, die kent zowel Nederland als de PvdA nog uit de zestiger, zeventiger en tachtiger jaren. Als de belofte voor een beter morgen, met een hele toekomst om op te bouwen terwijl je vandaag naakt op het strand een joint kunt roken, vieze strips of literatuur vol vrije seks kunt lezen en met Radio Veronica uit de luidsprekers in je eigen auto naar speelfilms vol functieloos naakt kunt rijden. Vrij, maar veilig. Bestuurd, maar niet bevoogd.
Nee, je kunt niet terug en het wordt ook niet meer wat het was. We moeten door, en we moeten het ermee doen. Maar vroeger biedt nog steeds een houvast voor hoe we het zouden willen zien. Je kan en mag mensen niet verwijten dat de bron van hun vooruitzichten in hun eigen herinneringen te vinden is, ook als dat herinneringen zijn aan een ander Nederland, dat nooit meer terugkomt.
In dat nostalgische Nederland was de toekomst heel even van vijftien miljoen mensen, op dat hele kleine stukje aarde. Alles deed het nog, iedereen herkende zich in het meeste, en de collectieve sector: dat was heel Nederland. En moet je ons nu eens zien. Uitverkocht, aan het toeval overgelaten en in handen van politici die de hoop vooral op zichzelf vestigen. Wat rest, ook voor Frans Timmermans, is de nostalgie naar het verlangen om een open, vrije toekomst te kunnen bouwen.
*Dat is geen zin van Springsteen maar een lyric van The Gaslight Anthem: een jongere variant op hetzelfde arbeidersthema, uit hetzelfde New Jersey
Toch ook nog een blokje Israël
Hedenmorgen was ik te gast bij Joop Soesan, in een podcast die direct aansloot op de hervattingen van actieve onaardigheden vanuit het Israël van Bibi richting het Gaza van Hamas. Dat tegen een decor van 6 miljard euro van de EU voor Syrië, escalerende Europese oorlogsspanning en de hoopvolle verwachtingen (van Joop) dat de oorlog in Israël tegen Pasen voorbij is, leverde een burgerdialoog op tussen twee babbelende mannetjes die het proberen te begrijpen. Hieronder op Apple, of kijk op Joop zijn site.
“Je kan en mag mensen niet verwijten dat de bron van hun vooruitzichten in hun eigen herinneringen te vinden is, ook als dat herinneringen zijn aan een ander Nederland, dat nooit meer terugkomt.“ Schitterend, Bart.
Bart raakt weer een gevoelige snaar. Ik voel langzamerhand zo’n weerzin tegen idealisten die mij de les lezen dat ik mij zorgen maak over de toekomst. Die morele verhevenheid is niet alleen onuitstaanbaar, maar een open gesprek met hen is onmogelijk terwijl de pessimist toch echt recht van spreken heeft.