Rare ontwikkelingen in de zaak van/tegen Khadija Arib vandaag, die mijn nieuwsgierigheid gijzelden en me op een zoektocht zetten. Alhier de feiten, ingekleurd met mijn theorie. Die geen waarheid is, maar volgens mij toch wel heel dicht in de buurt komt. Daar gaan we.
Voormalige PvdA Kamervoorzitter Arib (2016-2021) verloor woensdag een rechtszaak om haar naam te zuiveren nadat anonieme ambtenaren in 2022 meldingen deden over machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag. Het onderzoek tegen haar was rechtmatig, oordeelde de rechtbank. Wat de misstanden precies zijn waar Arib zich schuldig aan gemaakt zou hebben, is nooit geopenbaard (behalve stemverheffing, bazig gedrag en een humeurige aanwezigheid). Arib blijft bij haar onschuld.
De zaak zou aanhangig zijn gemaakt door ambtenaren die niet wilden dat Arib voorzitter van de corona-commissie zou worden, omdat ze dan opnieuw met medewerkers van de Tweede Kamer zou moeten werken. Zij namen een vlucht naar voren door de voormalige Kamervoorzitter in brieven van grensoverschrijdend gedrag te betichten. Dat nieuws kwam via NRC naar buiten op 28 september 2022. Arib werd er door overvallen.
Het Presidium van de Tweede Kamer deed op 3 oktober 2022 aangifte van het lek (en stapte in november min of meer collectief op, onder wie verdachte Sonja K.).
Die aangifte is een heel belangrijk feitje, want het onderzoek door de Rijksrecherche liep vervolgens dood. Maar de Volkskrant schrijft dat huidige Kamervoorzitter Martin Bosma (PVV, sinds december 2023) en de nieuwe griffier Peter Oskam (ook sinds december ‘23) hen op dat moment (ineens?) wisten te vertellen dat een topambtenaar ‘bepaalde cruciale informatie over de kwestie-Arib mogelijk niet met de recherche had gedeeld.’
Tussentheorie: Bosma wist als lid van het Presidium mogelijk altijd al over dit ambtelijke overleg, maar zweeg totdat het moment opportuun was om de informatie te openbaren - dus toen hij als voorzitter zelf de hamer zwaaide over zowel de Kamer als het Presidium.
Fijne contacten bij NRC
Die aanwijzing leidde uiteindelijk tot één aanhouding: Sonja K. Woensdag, op dezelfde dag als de uitspraak in de zaak van Arib, was een regiezitting tegen deze verdachte van het lek: een vrouw uit Utrecht die op 28 september 2022 als persvoorlichter van toenmalige voorzitter van de Tweede Kamer Vera Bergkamp (D66) deze vertrouwelijke informatie zou hebben gelekt aan NRC.
Via Google is desalniettemin niets (meer) te vinden over een link tussen het presidium ten tijde van Vera Bergkamp en voorlichter Sonja K. Ook haar LinkedIn is weg, evenals haar zelfstandige bedrijfsprofiel. Opvallend: beiden zijn ook via de Wayback Machine niet te achterhalen, dus daar is goed werk van gemaakt. Dan wordt het een uitdaging, ga je dus nog beter zoeken, en zodoende ontdekte NN dat de volledige naam van deze persvoorlichter Sonja Kloppenburg is.
Ze ontkent tegenover de rechter betrokkenheid (en al eerder tegenover Jan-Hein Strop van FTM), en heeft via haar advocaat Robert Malewicz het verzoek ingediend om oud-griffier Simone Roos en de twee NRC-redacteuren (Lamyae Aharouay en Hugo Logtenberg) als getuigen te laten horen - een verzoek dat zeker ten aanzien van journalisten nogal schuurt met persvrijheid en bronbescherming. Het is zelfs raar dat NRC niet ronduit weigert.
Sonja K., zondebok of domme gans?
Ook vandaag schrijft Nathalie Righton in VK dat het een bewuste strategie was van de ambtenaren die van Arib af wilden, om de vertrouwelijke informatie over haar te lekken. Dat bespraken ze in een overleg, om zo ‘de communicatieslag’ te winnen.
Mijn theorie is dat de persvoorlichter van Vera Bergkamp, Sonja Kloppenburg, daarbij in een val liep die ze (per ongeluk) voor zichzelf heeft gezet door zich als heel goed genetwerkte boodschapper voor te dragen. Righton schrijft:
‘Een van de topambtenaren verklaarde vervolgens dat Sonja K. ‘in dat scenario wel een rol voor zichzelf zag en had aangegeven dat ze als woordvoerder vaker met dat bijltje had gehakt’, aldus de officier van justitie woensdag. ‘Sonja K. zou dan niet mailen, maar ergens iemand ontmoeten, zij had contacten in de media waarmee ze kon afspreken.’
Die fijne contacten van haar waren dus journo’s bij NRC. Had net zo goed iemand bij VK kunnen zijn trouwens, want ze werkt ook als GGD-woordvoerder en haar naam komt in die hoedanigheid ettelijke malen voor op de Volkskrantwebsite.
Nogmaals: Kloppenburg ontkent dus dat zij het lek is. Maar de Rijksrecherche heeft op basis van telefoongegevens bepaald dat zij na haar werk in Den Haag een uur in Amsterdam was (waar NRC redactie houdt) alvorens naar huis te gaan in Utrecht. Diezelfde avond kwam NRC met het verhaal over Arib, waar Arib zelf dus verrast en zeer verbolgen over was dat ze het in de krant moest lezen.
NRC heeft zich hiermee voor de communicatie-strategie van ambtenaren laten spannen, waarvoor de persvoorlichter van toenmalig Kamervoorzitter Bergkamp als postduif diende. Bergkamp zou in de zomer van 2023 opstappen, al is geloof ik nooit een letterlijke link met deze kwestie gelegd.
Het Presidium deed destijds dus zelf aangifte van het lek uit hun eigen midden, maar het lukte de betrokken ambtenaren om hun mond te houden totdat Martin Bosma en griffier Oskam de Rijksrecherche wezen op het feit (citaat Righton) ‘dat zij wisten dat een topambtenaar bepaalde cruciale informatie over de kwestie-Arib mogelijk niet met de recherche had gedeeld.’ Vervolgens gebeurde dit:
Dit is waarom mijn theorie is dat Sonja Kloppenburg overmoedig in een val is gelopen die ze vooraf niet voorzien had: hoewel de betrokken ambtenaren haar in eerste instantie beschermden door te zwijgen over hun kennis over of betrokkenheid bij de aanval op Arib, kwam de aap uiteindelijk alsnog uit de mouw. En nu is zij de zondebok, en vandaar dat haar advocaat voormalig griffier Roos en die twee NRC’ers wil laten horen als getuigen. De journalisten gaan, naar ik aanneem, niets zeggen over hun bron(nen) onder het verschoningsrecht, maar Roos zou wellicht onder ede alsnog extra informatie kunnen ophoesten.
En Sonja had haar eigen mantra over ‘anticiperend woordvoeren’ beter moeten onthouden…
Geen ‘echte’ ambtenaar
Tijdens het zoeken naar de achternaam van Sonja K. bleek dat ze geen ‘echte’ ambtenaar is. Kloppenburg (Groningen, 1966) is professioneel persvoorlichter en werkt(e) in die hoedanigheid onder meer voor de GGD, het COA, GroenLinks en de Universiteit Utrecht. Momenteel werkt ze voor Jolande Sap, blijkt uit deze website (screenshot hieronder als mirror).
Dat ze geen ‘echte’ ambtenaar is, is relevant. Ze werkte uiteraard wel als ambtenaar (ik kwam nog een oud rijksoverheid.nl-mailadres van haar tegen) en zou dus - als zij inderdaad de bron van NRC was - in de hoedanigheid van ambtenaar gelekt hebben. Daarmee zou de schending van de geheimhoudingsplicht een feit zijn, maar buiten dat smaakt dit naar een gewiekste move van de (hogere) ambtenaren om, wanneer de opzet om de communicatie te domineren zou falen of backfiren, een ander dan zijzelf in het zwaard te laten vallen. Dat is wat de externe ingehuurde zelfstandige Sonja K. nu dus overkomt.
(Mooi man, die ZZP schijnconstructies bij de overheid.)
En Khadija Arib? Onder Rutte III was afgesproken dat D66 de voorzitter zou leveren. Bosma was geen concurrent bij die verkiezing (want verkeerde partij), maar de kundige en breed gewaardeerde Arib maakte goeie kans op een tweede termijn. Daar is een stokje voor gestoken, door haar eigen onaardige gedrag tegen haar te gebruiken. In hoeverre dat gedrag werkelijk schadelijk of ‘onveilig’ was voor medewerkers, is dus nog nooit echt duidelijk geworden. Maar het was genoeg om haar het Kamervoorzitterschap te kosten, bevestigde ook de rechter woensdag.
De strijd om haar reputatie wil Arib in hoger beroep voortzetten. En wat de lekkende ambtenaren nog verbergen, dat is de grootste vraag. De meest interessante vraag is hoe groot de rol van Simone Roos is, en wat haar belang was. Maar iedere theorie daarover neigt te veel naar complot om daar hardop over te gaan filosoferen. Voor nu houden we het bij deze - theoretische - Sonja Kloppenburg-reconstructie.
Compliment! Op het (eerste) oog een interessant zijpad maar bij nadere beschouwing een
scherpe blik op de Haagse slangenkuil.
Sterk onderzoekswerk, Bart. Op de vraag of wij hier met ambtelijk tuig te maken hebben, kan ik alleen maar bevestigend knikken.