Vertrouwelijke enquête: Kwart studenten voelt zich onveilig door Pallie-demonstraties
Blijkt uit een intern UvA-onderzoek naar aanleiding van de campusdemonstratie in mei
Studenten aan de UvA reageren zeer verdeeld op de pro-Palestijnse protesten van mei 2024. Een kwart van de studenten Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen voelt zich niet meer veilig op de campus, een vergelijkbaar deel heeft zich geïntimideerd gevoeld door de demonstraties. Dat blijkt uit een vertrouwelijke enquête die in handen is van Nijmans Nieuwsbriefje. Ook zijn er nog steeds met regelmaat anti-Israëlische acties waaraan docenten deelnemen.
In mei liepen gedurende enkele weken meerdere pro-Palestijnse demonstraties uit de hand aan de Universiteit van Amsterdam. Campusgebouwen werden bezet en gevandaliseerd, de universiteit deed aangifte en de politie en ME moesten de orde herstellen. Een ober deelde bitterballen uit.
NB. - In dit artikel wordt de in het onderzoeksverslag gebruikte term ‘politiegeweld’ consequent door mij tussen aanhalingstekens gezet. Dat de UvA het herstel van orde en gezag door de politie (die het bestuur met hun aangifte zelf heeft ingeschakeld) als zodanig wil dramatiseren, wil ik voor hun rekening laten - BN.
Naar aanleiding van de onrusten en ongeregeldheden, maar ook vanwege het vermeende ‘politiegeweld’, hield de afdeling Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen (een verzamelopleiding voor diverse sociale studierichtingen) een enquête onder studenten. Deze is ingevuld door 284 respondenten, 29% van het totaal aantal ISW-studenten. De uitkomsten werden vertrouwelijk verstrekt, maar zijn desalniettemin opgedoken in het postvakje van Nijmans Nieuwsbriefje.
Het onderzoek onder studenten werd ten dele gehouden om - na klachten bij de opleiding en het universiteitsbestuur - betrokkenheid te tonen bij (Joodse) studenten die zich geïntimideerd en bedreigd voelen door de protesten. Desalniettemin is in de vraagstelling niet alleen gekeken naar ‘impact van de demonstraties’ maar ook naar die van ‘het politiegeweld’. De samenvatting van de belangrijkste bevindingen vermeldt de effecten van dat laatste vervolgens als eerste en bovenaan:
29% van de respondenten heeft (enigszins) actief deelgenomen aan de demonstraties (75 studenten), en dat is redelijk gelijkmatig verdeeld over de verschillende jaarlagen. 4% van de respondenten heeft (enigermate) fysiek letsel opgelopen door het politiegeweld (10 respondenten in totaal), 25% heeft (enigermate) emotionele schade opgelopen.
Daarmee komen deze vervolgzinnen in een wat lastig te duiden context:
27% van respondenten heeft zich (enigermate) geïntimideerd gevoeld door de demonstraties, en 26% voelt zich door de gebeurtenissen niet meer veilig op de UvA.
Die 27% is vermoedelijk de groep die zich onprettig voelde bij de protesten zelf, maar onder de 26% die zich niet meer veilig zegt te voelen aan de UvA, kunnen dus ook studenten zitten die vrezen voor het zogenaamde ‘politiegeweld’ waar hun universiteit hen aan blootstelt. De vraagstelling differentieert daar niet tussen en dat maakt de antwoorden dus enigszins onduidelijk.
Activistische docenten en anti-Israëlische sentimenten
Het document bevat een twintigtal meerkeuzevragen waarin de antwoorden per leerjaargang in percentages zijn onderverdeeld. Ook zijn open vragen gesteld, waarvan de antwoorden in samenvattende vorm zijn gebundeld. Wederom is daarbij het ‘politiegeweld’ op de campus een leidend onderwerp:
Wat nodig is om weer met vertrouwen naar de campus te komen?
Veel respondenten antwoorden op deze vraag: “geen politie meer op de campus”, en zijn teleurgesteld en boos dat de UvA om ingrijpen van de politie heeft gevraagd. Er zijn ook respondenten die aangeven blij te zijn met de aanwezigheid van de politie op de campus, en zelfs meer politie op de campus willen om zich veilig te voelen.
Een derde van de bevraagde ISW-studenten uit het onderzoek is van mening dat hun opleiding onvoldoende doet om de kwestie Israël/Gaza bespreekbaar te maken en een gelijk aantal ervaart ongemak om demonstraties en het ‘politiegeweld’ te bespreken.
Opvallend is de herhaaldelijke benoeming van (de sfeer in) appgroepen. De suggestie is dat pro-Israëlische geluiden daarin in de minderheid zijn, of lastiger zijn te uiten zonder dat het de sfeer beïnvloedt:
Er wordt gevraagd om een moderator van de appgroepen van de jaarlagen, die snel in kan grijpen als conversaties uit de hand lopen.
In de context van dit onderzoek spreken bij NN bekende bronnen over docenten die zich met een keffiyeh (‘Arafat-sjaal’) tooien, hetgeen een intimiderend effect heeft op pro-Israëlische studenten. Ook worden pro-Israëlische standpunten afgeraden voor essays en onderzoekswerk door studenten. Zelfs een medewerker van de universiteit zou met ziekteverlof thuis zitten omdat hij zich niet langer veilig voelt aan de UvA.
Dit soort informatie wordt gereflecteerd in tussenzinnetjes uit het rapport, zoals deze:
22% van de respondenten durft in werkgroepen geen minderheidsstandpunt in te nemen. […] 11% van de respondenten is bang dat als zij uitkomen voor hun mening, dit invloed heeft op hun studieresultaten'.
‘Niet divers en inclusief’
In het document staat de impliciete, soms wat omfloerst verwoordde suggestie dat de anti-Israëlische sentimenten de boventoon voeren. Zo verlangen sommige studenten een stopzetting van samenwerking met Israëlische universiteiten, eisen meerdere respondenten het expliciete gebruik van de term ‘genocide in Gaza’ maar anderen voelen zich juist vanwege deze stellingname door studenten ‘niet meer vrij om zich te uiten’.
Een en ander bleek al uit voorbeelden die in mei in een opiniestuk in de Volkskrant werden omschreven, maar ook het UvA-onderzoek maakt gewag van onderlinge spanningen tussen de studenten:
Een student geeft aan dat medestudenten niet meer met deze student spreken vanwege de Joodse identiteit van deze student.
Een in het document volledig uitgeschreven citaat van een respondent onderstreept de suggestie van de eenzijdige benadering:
“ISW gaat om de verschillende sociale wetenschappen en de perspectieven die de verschillende sociale wetenschappen hebben op een sociale kwestie. Ik vind dat de huidige gebeurtenissen en situatie vanuit één perspectief worden bekeken en niet vanuit verschillende, hierdoor uit ik mij minder over mijn mening omdat ik het wel op verschillende manieren bekijk. Als we zo divers en inclusief zijn maar niet de situatie op campus vanuit verschillende perspectieven bekijken, dan vind ik onze studie niet zo divers en inclusief en dat vermindert vertrouwen en openheid.”
Voor de nuance moet opgemerkt worden dat ruim 60% van de respondenten aangeeft ‘geen emotionele schade te hebben opgelopen’, 55% zich ‘niet geïntimideerd’ heeft gevoeld en 52% van de studenten ‘zich nog wel veilig voelt op de UvA’, wat uiteraard belangrijke context is om mee te nemen. Ruim de helft van de studenten heeft de gebeurtenissen (dus) met enige onverschilligheid aan zich voorbij laten gaan.
Dat betekent andersom wel dat een kleine minderheid in sterke mate de sfeer en de situatie bepaalt, of bepaald heeft, en dat die sfeer met name niet bevorderlijk is voor het gevoel van veiligheid, vrijheid en wetenschappelijke ontwikkeling van ISW-studenten van Joodse afkomst en/of studenten met pro-Israëlische standpunten.
‘Staff against Apartheid’ en petities voor UNRWA
Ook nu nog worden met enige regelmaat activistische acties of kleine protesten gehouden binnen de universiteit, waaraan ook docenten deelnemen. Bovenstaande foto toont een recent protest van vorige week. Op de protestflyers is duidelijk te lezen dat het gaat om ‘Staff against Apartheid’. Ook dragen diverse deelnemers een keffiyeh. Ze kijken er allemaal bijzonder ernstig bij.
Daarnaast circuleren petities onder het universitaire personeel, die met enige (sociale) druk om te ondertekenen gepaard gaan. Zoals deze Google doc, naar aanleiding van het Israëlische besluit om de operaties van het het door Hamas geïnfiltreerde en gecontroleerde UNRWA in Gaza te verbieden, die vandaag (4 november 2024) rond gaat vanuit en onder universitaire medewerkers via de mailing list van ‘Rethink UvA’. Dat is een interne organisatie die in hun Twitterbio het standpunt ‘We stand for the university as an academic community’ inneemt. Enerzijds beetje een open deur, anderzijds: is zo’n activistische petitie eigenlijk niet strijdig met die slogan?
Het gelekte brondocument van dit nieuwsbriefje
Het eindverslag van de enquête is onderstaand te downloaden. De auteur van dit document is bij NN bekend en geverifieerd als onderzoeker/docent/wetenschappelijk positiehouder aan de UvA, maar deze naam is verwijderd aangezien die als ‘boodschapper’ niet ter zake doet. Hoewel, mocht ze meelezen: ze zou de definitie van ‘politiegeweld’ nog eens mogen opzoeken, om in het vervolg het ordeherstel aan de campus met iets meer distantie te kunnen formuleren en daarmee in de woordkeuze van interne onderzoeken minder stellingname te laten doorschemeren.
Maar dit zijn Interdisciplinaire Sociale Wetenschap studenten!
Dit is een enquete over bierdrinken onder de leden van een carnavalsvereniging. Hoe denken de leden van de Nationale Sinterklazenvereniging over het uitdelen van cadeautjes?
Wat denken de studenten medicijnen, rechten, natuurwetenschappen en, omdat de HVA zo verbonden is met de UVA, de studenten van de Fashion Academy? Aan de FA studeren namelijk erg charmante dames die er heel erg goed in zijn mannen het hoofd op hol te brengen.
Er is zoveel meer te onderzoeken, dan vragen omtrent 'gevoelens'.
Waarom denkt dat UVA personeel dat het niet hoeft te werken voor het maandelijks overgemaakte salaris? Beetje Virginia Woolfen? Mensen die zwoegen, arbeiders, kunnen geen hogere gedachten hebben, maar zij wel?
Het is al verdrietig om te lezen dat niemand iets vindt van de misdaden van Hamas. Maar dat zal dan door de vraagstelling komen. Ik heb het idee dat er sprake is van een naïviteit, het geloof dat het alleen protesterende studenten met goede bedoelingen zijn die protesteren. Zou het niet ook zo kunnen zijn dat er groeperingen zijn die zich tussen die studenten hebben gemengd om het vuur wat op te stoken? Iran heeft een lange arm. Ik herinner me nog dat gesprek tussen bestuur en demonstranten. Met gezichtsbedekking. Ongelofelijk. Overigens ook ongelofelijk dat we in een tijd zijn beland waarin Joodse studenten apart worden genoemd. Waarmee ik bedoel dat we ons tot deze periode nooit druk hebben gemaakt over de vraag of iemand al dan niet joods is. Wel heel veel onrust over radicaal rechts maar ik hoor hier maar weinig over in de main stream media.